Een lelijk goeie keuze
-
“Hoi! Ik wil jou!’
-
‘Dank je! Sorry, ik jou niet.’
-
‘Waarom, vraag ik me af, zoals je nu wel ziet.
Waarom pak je, neem je mij niet aan?
Waarom ga jij op een voetstuk staan?
ruk je mijn lepel leeg van je tepel?
Wie denk je dat je bent?
Jij heet toch Riet?”
-
“Excuses, jij bent mooi!, ik ben
te lelijk voor de woorden die je zegt
Dus als ik je hiermee straf, sta ik in mijn recht
Ik sluit me in, jouw paradijsje uit
Ik volg de ellende met de rots door de ruit
die scherven, die sterven in mijn hart
Ben op zoek naar geluk
kom op dit breekpunt
dus wel terecht.”
-
“Ja, afzichtelijke, afstotelijke trol
Ik ben zo ontzettend mooi dat ik me zo verveel
Vandaar dat ik met jouw zelf-haat speel
Er mag er namelijk maar één
van mij en van jou/mij wezen
Ik wil over ons in nieuwe bijbels lezen
Over Riet en Casanova, het enige unieke
in dit enige leven
Ik bied jou een Koprol.
Dus pieker niet meer
Ga gloeien van genot
Spreidt het sprei met beide benen
Zeg, je bent toch gene pot?”
-
Ach, Super-‘Nova’ , gróótse jongeheer
Ik geloof in God, dus mag dit een andere keer?
Zie daar: de vuile afwas
Zie daar: een pik, geschikt
die opleeft van zure regen
en van de wind waarin jij stikt.
Kijk dus in mijn vuilnisbelt
Zie het allemaal nu helder:
want daar op de kwelder ligt
een Moby Dickje dat me past.
Wij gaan trouwen
in de zomer van mijn dromen
En jij mag ook best komen
als jezelf, als die ander, als
superkleine supernova
Oh, hooggeëerde gast…
Ja, ik kom!”
Geef een reactie