Angst-tandarts

Werd wakker vanmorgen

zonder zorgen maar met een

gigantisch, niet verkozen pijn

die ergens in mijn mond moest zijn

maar waar mijn woorden geen vat op kregen.

Ik opende mijn ramen

en likte de dorst van de regen

die uit zijn eigen namen

om te krijgen, verzon

voor ontbrekende rozengeuren

En maneschijn, met gaten

die zweterig stonken

naar dronken adem uit

waar de pijn dan ook vandaan kwam

en die ik toen even voor

levendig en lief nam

en toen toch maar

greep naar de Gouden Gids.

En daar stond het pips en ik belde

sleepte me weg uit bed en naar West

waar de beste angsttandarts

al smachtend op me zat te wachten

in zijn elektrische draagstoel.

‘Wat mag het wezen: trekken of boren?’

Je kon het tot in de wachtkamer horen

Tandartsen, investeerden ze hun

glazure geld maar eens in dikke wanden

Dan zaten er vast binnenkort

landen aan patiënten in die kamer

om ongeleid mee te lullen tot die trut

je dan komt halen.

Maar ik was wie ik was: de eerste

de enige en de weg en ware

en hij, verkozen om een klus

aan te nemen, te verklaren

met een judaskusje op de revers

voor iets te veel op de lever

en te weinig in de beurs.

‘Mond open en niet praten

u moet mij mijn werken scheppen laten

Ik scheur uw scheur dicht

op uw gezicht, zittend en bekkend

met de assistente

op uw zuur en verdien wat centen

met uw pijn.’

Hij keek eens en keek nog eens

peuterde ouwelijk in mijn tandvlees

en zag toen de Boze, ondoenlijk

voor de kiezen, maar niet voor

de hogepriester van de angst.

Hij zeide: ‘Ik zal u wel bevrijden

Geen kwestie van kiezen:

Een gedeelde ziel

met een gat erin, te groot om te vullen

ik verdoof uw hoofd en hart met wat u

gewoonlijk drinkt om maandagmorgen

zonder zorgen nog te trekken.’

En dat laatste deed hij dus

ik voelde de leegte

en veegde me beter

en voortaan niet meer daaronder

Want dat is zonde

van dat wonder bij monde

van een beugelfles te nemen

zonder kiezen op elkaar.

En het volgende moment

lag ik, zonder centen

en in de dood

door te bloeden in mijn dakgoot

en verder omhoog naar toog en

vroeg open kroeg bij te komen

van een bezoek aan tandarts Bangerik.

 
Stefan Pietersen
Stefan Pietersen
Stefan Pietersen: werd ooit gèboren en daarna steeds wedergeboren en worstelt zich middels liedjes, gedichten, toneelteksten, verhalen en wat niet nog meer; is er eigenlijk nòg meer tussen hemel en diepe depressie?, tot elke dag weer herboren wordt in schoonheid.