Vanwege de logeerhond sta ik vroeg op. De logeerhond blijkt namelijk niet naar de kattebak te gaan. Dat is een tegenvaller waar ik geen rekening mee hield toen ik beloofde op de logeerhond te letten. De kat kijkt me raar aan want normaal slaap ik nu nog. Ze blijft op bed liggen. Ik zie een zonsopgang in de zomer. Normaal overkomt me dat alleen net voor het slapen gaan.
Een groepje jonge kerels staat bijeen in het midden van een grasveld. Ik heb geen idee wat ze daar doen. Ik heb nog geen koffie op dus ik sjok over de straatstenen. De jongen met de irritantste stem roept tegen de rest dat sommige mensen op dit tijdstip hun hond uitlaten. De logeerhond rent meters voor me uit. Ik mis mijn bed. Gelukkig past de kat daar op.
Als ik elke dag zo vroeg op ga staan, kan ik niet meer zo laat opblijven als ik normaal opblijf. Ik voel me bij thuiskomst geconfronteerd met een veelvoud aan ochtend. Zelfs een wandelronde later is de ochtend pas net begonnen. De kat confisqueert de bovenverdieping en wil niets meer van mij of de hond weten. Ze slaapt lekker in de zon. Ik heb net even gekeken. Van pure ellende ga ik dvd’s kijken op de bank. De logeerhond staart me aan vanuit zijn mand. Hij kwispelt onophoudelijk.
Ik besluit de dvd’s die ik kijk, weg te geven. In het gemene ochtendlicht zijn de films niet heel erg goed. Misschien geef ik ze aan een dakloze. Of aan een buitenlander. Alle films hebben Nederlandse ondertiteling. De kwispelende logeerhondstaart klapt op het laminaat. Klap, klap, klap. Het klinkt alsof de logeerhond applaudiseert voor de slechte films. Ik kan niet wachten tot de logeerhond weg is.
Reactietjes