Otto, de vermaarde president directeur grootaandeelhouder van Bananarama Consultancy BV, broedde op een concept toen daar de kopieerneger aan kwam lopen. ‘Hallo, kopieerneger’, zei Otto.
De kopieerneger zei: ‘awukuwukuukukubukuwukuwuku’ of iets in die trant. Het gaat om de intentie waarmee er gesproken wordt. En die was goed. De neger lachte er stralend bij. Daar houden ze van, lachen. Het zijn vrolijke mensen. Die bovendien bijzonder lenig waren en van trommelen hielden.
Otto knikte. ‘Jaja. Heel goed, heel goed. Ga zo door.’ Hij was in zijn sas met de kopieerneger. Negers waren goed in het bedienen van het kopieerapparaat. En passant deed hij de fax er ook gewoon bij. De man die stelde dat hij nooit negers aannam, moeten ze voor zijn kop slaan. De racist. Een beetje neger is een artiest op A4 formaat. Ze doen dat nu eenmaal veel sierlijker dan de blanken. Die rommelen maar wat aan. Ze hebben geen gevoel voor grijstinten en die streepjes die bepalen of iets A4 of A5 is.
En heb je weleens een blanke een cartridge zien vervangen? Hij bedoelde maar. Nee, van Otto geen kwaad woord over de kopieerneger.
Geef een reactie