Otto is terug. Van vakantie. Een geheel verzorgde alles inclusief vakantie in dinges. Je weet wel. Er was geheel verzorgde seks en spelletjes die het groepsgevoel van het gezelschap moesten bevorderen. ’s Avonds, als de dingesbomen loom in de wind ritselden kwam er een vrouw met vreemde kleren aan. Ze rook een beetje. Naar zout en bakpoeder. Ze had een draagbare radio bij zich die ze op een krukje van de gezelschapsruimte van het resort dat drie sterren droeg en iets van zon hu-hu-hu-hu heette, maar volgens Otto niet meer dan twee sterren waard was, iets dat hij zeker zal aankaarten wanneer hij daar tijd en zin in heeft. Maar die vrouw, met die kleren. Die drukte op een knop en de radio begon dan klanken uit stoten. Klanken die Otto niet kon thuisbrengen. God zij dank niet. Want ze waren om te spugen, zo buitenlands. Zo verschrikkelijk shoarmarollerig waren die klanken dat Otto’s ogen traanden van ellende. Dan bewoog ze zo met haar heupen. En ook haar buik. Haar vieze, buitenlandse buik waar een zweem van zwarte donsgroei op te ontdekken viel, als een soort lagere schimmel op een stuk buitenlandse kaas van matig allooi. Het ergste aan een vakantie te dinges zijn de buitenlanders die daar massaal samenkomen zonder dat Otto daarvoor duidelijke redenen kan aanwijzen, anders dan om zijn vakantie aanzienlijk en met voorbedachte rade te verzieken met hun buitenlandse uiterlijk en geuren. En nog wat: ze praten raar. Buitenlanders lijken zich maar niet uit te drukken in de beschaafde taal die de niet-buitenlanders plegen te bezigen.

 
Gerrie S. Veters
Gerrie S. Veters
Man (32 en/of ouder).
Zie @Elagabalus_