Samen een grote afstand overbruggen. De ene set wezens wordt er hechter op, ik en de kitten niet. Het heeft misschien ook te maken met dat ze hier ab-so-luut niet voor gekozen heeft. Ook niet voor zou kiezen. Van een klein maar intiem en volstrekt privéparadijsje-met-enkel-papa in Gent, naar een reusachtig-huis-met-meerdere-bewoners-inclusief-andere-katten in Tilburg. Overal vreemde geluiden en geuren, en die twee andere viervoeters die maar lopen te doen alsof zij hier ook wonen. De transitie gaat tot dusver niet geweldig: ze is al meerdere keren op de reeds hier wonende katten afgevlogen, en ze loopt te zenuwen en te stressen. Ik herken het. Ook voor mij gaat de overgang zwaar, terwijl het toch naar een bekende plek is.
De 130 km op de snelweg durf ik niet te beweren te weten wat er in de kitten omging. Maar zoveel als ‘haal me uit de cat carrier en stop hiermee want ik vind dit maar niks’ zou ik wel uit het klaaglijk gemiauw willen interpreteren. Bij iedere vorderende kilometer werd ook mijn hart wat zwaarder. Ik gaf het ditmaal echt op. Ja, natuurlijk kom ik spoedig nog even terug om ‘het kot’ op te kalefateren voor sleuteloverdracht, me uit te schrijven, vanalles op te zeggen en adreswijzigingen door te geven, maar komaan. Het is voorbij, ik heb de handdoek in de ring gegooid en ik kruip kilometer na kilometer nu over asfalt terug naar Tilburg. Met de staart tussen de benen.
Ik ben blij dat mijn beste vriendin me rijdt. Ze biedt troost, ook al is het voor haar ook niet gemakkelijk – zij is Gentse en ziet een van haar beste maatjes weggaan ‘naar het buitenland’. We hebben het misschien ‘slechts’ over 130km maar dat is toch minstens, in volgorde van lengte, anderhalf uur autorijden, drieëneenhalf uur treinen of een uur of zes fietsen mits niet verdwaald raken op de bar slecht aangegeven Belgische wegen.
Ik kom niet meer rond. Ik heb geen vooruitzichten in Gent, ook niet op het professionele vlak. Ik ben enkel nog ‘in de running’ daar voor jobs die ronduit onhaalbaar zijn qua praktische bereikbaarheid. Van de uitkering kan ik geen twee huishoudens meer onderhouden en mijn reserves zijn in ruim twee jaar vér opgesnoept. Dus. Keuzes. Mezelf in het rood storten als een gokverslaafde die hoopt met zijn laatste fiches nog een hele avond verlies naar winst om te zetten. Of. Realistisch zijn en beseffen dat Tilburg – nog – niet op te zeggen valt en Gent – nog – niet haalbaar is, toch zeker niet zoals het sinds 2009 gegaan is.
Ik wil het liefst onder mijn bed kruipen, in een angstige vrees dat ik helemaal de verkeerde keus maak. Ik heb een hernia doorstaan daar, werkeloosheid, aanrijdingen, eenzaamheid, ik heb in alle uithoeken van Vlaanderen gesolliciteerd, ik heb vriendschappen in diverse stadia tussen pril en verstevigd weten op te bouwen, en de kitten heeft exact haar portie ellende in die tijd meegekregen. Ik blijf haar kitten noemen, ondanks dat ze al ruim een jaar oud is. Ze miauwt nog steeds als een manipulatieve ‘kijk mij cute en zielig zijn’ kitten.
Maar misschien is dat stiekem wel onze band. En misschien botert het daarom niet. Omdat we hier nu allebei zitten met het gevoel dat dit één grote vergissing is. Maar omdat papa daar wél voor gekozen heeft en kittenlief niet.
Het gaat tijd kosten. En of ik er juist aan gedaan heb, ga ik vermoedelijk nooit zeker weten. Maar we zitten hier en we moeten het er maar mee doen. Ik hoop dat het goedkomt.
Geef een antwoord