Click to rate this post!
[Total: 0 Average: 0]

Albert woelde in zijn bed, schrok rechtop wakker. Bijna onmiddellijk probeerde de vermoeidheid hem terug in slaappositie te trekken. Wankel leunde hij op zijn armen, probeerde even grip te krijgen op waar hij was. Slaapkamer. Gordijnen dicht. Licht, fel zonlicht van buiten. Hij draaide zijn hoofd en keek naar zijn wekker. Hij had nog een uur voordat hij op moest staan voor zijn werk. Kreunend liet hij zich in het bed terugzakken. Hij had gedroomd dat duizenden chinese tekens van alle kanten naar hem toe waren gekropen en hem omsingeld hadden. Terwijl hij probeerde van hen weg te krabbelen werd de kring rondom hem kleiner en kleiner, tot ze over zijn armen en benen begonnen te schuiven. Hij huiverde even en was blij gewoon in zijn bed wakker te zijn geworden. Hij sloot zijn ogen en zakte alras terug in innerlijke duisterrust.

Cees staarde uit het raam. Hij had de eerste vier boeken zo goed en kwaad het ging doorgespeurd maar niets opvallends gevonden. Zijn gedachten bleven afdwalen naar de afgelopen nacht met Bianca. Of wat hij zich er nog van herinnerde. Een vreemd gevoel in zijn buik. Hij werd toch zeker verdorie niet verliefd, op zijn leeftijd nog ? Hij lette maar half op de vogeltjes buiten en de buurtkat die vanaf een nabijgelegen dak aandachtig toekeek. In zijn hoofd zag hij telkens weer de flarden – haar jeugdige welvingen, haar volle lippen. Hij voelde haar huid nog onder zijn vingers, licht rillend van zijn aanraking. Hij fronste en besloot dat de nacht toch vrij verdacht was geweest. Hij mocht zich niet zomaar overgeven aan basale instincten of sentimenteel gekwezel. Vastberaden draaide hij zich om, ging op de keukenstoel zitten en sloeg boek vijf open.

 Albert’s telefoon rinkelde een ringtone. Hij gluurde tussen pijnlijke oogleden naar het plafond en dacht verstoord: “Dat is mijn wekker niet.” De telefoon trilde en rinkelde, trilde en rinkelde. Albert gromde. Wie belde hem in ’s hemelsnaam voordat hij wakker moest zijn ? Hij keek op het schermpje. Zijn hoofdredacteur. Wat moest die nu weer ? Hij wreef in zijn ogen terwijl hij op de knop beantwoorden drukte. “Albert ? Kleed je zo vlug mogelijk aan. Er is weer een moord geweest.” Albert was meteen wijdoogs wakker en stamelde verrast in zijn mobiel dat hij eraan kwam. Als zelfs zijn waardeloze hoofdredacteur hem naar een van de seriemoorden sommeerde, was er niéuws.

Wijdoogs staarde Cees naar de bladzijde. Wijdoogs staarde Cees naar de bladzijde. Het vijfde boek was Dante’s Inferno. De passage waar hij naar staarde handelde over de vierde ring van de negende cirkel in de Hel. Judecca. Een heel stuk was wit uitgevlakt. En er waren sierlijke chinese tekens op geschreven. Hij had zijn aanwijzing gevonden. 

René van Densen
René van Densen
René van Densen (1978) is een cynische dromer, een lachende pessimist, een realistische romanticus, een honklosse kluizenaar, een intelligente mafkees, een bedachtzame schreeuwer, een podiumschuwe polderpoëet, ex-nachtburgemeester van Tilburg, ex-striptekenaar, ex-schrijver, ex-webdeveloper, ex-vuilnisman, ex-kind en ex-volwassene, ex-burger, en kattenpapa van een Gentse terror kitten. Eerste Nederbelg die toetrad tot de Wolven van La Mancha. Maar is uiteindelijk niet zo van de collectieven. U treft hem uitsluitend in vrouwonvriendelijke omgevingen aan, en die nieuwe roman van hem komt ook nooit af. Werd al eens omschreven als "onbegonnen werk" door een prachtige blondine.

www.renevandensen.nl
Meer René op Facebook !