“Verbazend, dat ik je zo laat pas herkende,” vervolgde Cees. “Biancaatje. Een prachtige, sexueel zeer aantrekkelijke jongedame mengt zich zomaar in mijn leven, dat had al verdacht genoeg moeten zijn. Toevallig is ze ook nog politieagente en natuurlijk telkens ter scène als er een moord gepleegd wordt in deze stad. In haar eigen tijd is ze hier en daar in de culturele kringen te vinden. En,” boog hij voorover in het bed, strak in haar ogen kijkend, “toevallig is ze de kleine dochter van wijlen Jan Vijver. Dat, lieve Bianca, is wat een beetje literator zou omschrijven als toch iets té veel toeval allemaal.” Bianca staarde Cees kalm aan. “Ik heb geen idee wat je bedoelt, Cees. Maak me los en we vergeten deze malligheid.”
Albert kauwde op de dop van een balpen. Verzonken in gedachten zag hij de donkere gedaante niet die hem van achteren naderde. Hij fronste zijn wenkbrauwen, knikte, en stond toen resoluut op. De gedaante schoot schimmig weg achter een kast. Aldert greep zijn jas van de kapstok en liep met vastbesloten tred het kantoorpand uit.
Op straat passeerde Albert café Deernis. Het was gesloten. De collega’s van barman Rob hadden Rob’s foto voor het raam gehangen, met daaronder de Lee-Enfield van boven de bar. Enkele halfdronken kunstenaars hadden dit eerbetoon volledig over het hoofd gezien en spraken vanaf het terras Albert aan. “De Deernis is dicht, Albert. De hel ? De Deernis is nooit dicht ! Toestanden, niet te filmen dit !” Albert knikte vriendelijk en liep zonder commentaar door. Een van de onverlaten riep hem na: “Het gaat hier allemaal naar de kloten ! Schrijf daar maar eens iets over in die krant !” Albert knikte nogmaals, stilletjes in zichzelf.
Bianca’s ogen werden plots groot toen ze het mes zag in Cees’ handen. “Cees, ik meen het. Stop met deze grappen en laat me los, dan drinken we een wijntje en lachen we hierom.”
Cees schudde het hoofd. “Je hebt me het leven in alle richtingen zuur gemaakt, me opgejaagd als een wild dier. Dan ga je toch niet verwachten dat wanneer ik je eindelijk heb, ik je doodleuk weer vrijlaat, Biancaatje ?” Hij zwaaide met het mes. “Ik wil het je vooral horen opbiechten. En daar kunnen we heel rustig de tijd voor nemen hoor. Ik hoef nergens meer heen, daar heb jij wel voor gezorgd.” Bianca gaf een harde gil om hulp, maar Cees rende op haar af en propte een panty in haar mond. Op het nachtkastje had hij blijkbaar al tape klaarliggen want voor ze het wist zat haar mond dichtgeplakt. Paniektranen liepen over haar wangen en ze keek Cees ongelovig aan. En in een volledig bizarre bui vroeg ze zich ineens af of ze nu een schone of een vuile panty in haar mond had.
Albert vloekte in zichzelf toen de paperclip klem zat. Hij trok nog eens stevig aan het onding en haalde zijn halve wijsvinger open. Hij vloekte nogmaals. Zoog op zijn vinger. Even telde hij in zichzelf tot tien, en probeerde het toen met zijn linkerhand. De paperclip gaf mee en hij hoorde iets klikken binnenin het slot. Hij greep de klink en de deur zwaaide open.
Even bleef hij op de drempel staan. Toen zette hij zijn voet binnen het domein. Het domein van Cees, de bizarre cultuurparasiet waarvan hij zeker wist dat die op een of andere manier de kern van de hele moordzaak vormde. Hij moest het enkel nog kunnen bewijzen. Zacht sloot hij de voordeur weer achter zich en klikte zijn zaklamp aan.
Reactietjes