Met een zucht keek Diederik terug naar zijn beeldscherm. Wat dééd hij hier in vredesnaam ? Minuten tellen tot het eind van de dag, dat was alles wat in hem opkwam. En naar het stomvervelende regenboogmannetje kijken. Hij keek naar zijn koffiebekertje. Dat was ook alweer leeg. Hola, de laxerende werking van de koffie trad in actie, zo meldde hem zijn lichaam. Hij stond op van zijn bureaustoel en wandelde kalm en beheerst naar het bedrijfstoilet.
In de zitwc’s op het werk had de baas een set in een onbezonnen opwelling aangeschafte motivatieposters opgehangen. Diederik staarde naar een fantasieloze foto van een berg tegen een half stormachtige weersachtergrond. Er prijkte een tekst onder. IT’S ONLY LONELY AT THE TOP BECAUSE SO FEW STRIVE TO BE THERE. Hij voelde zich niet bijster gemotiveerd. Zelfs zijn darmkanalen werden er niet door geprikkeld. Maar die richtten zich dan ook zelden naar de top. Erger nog, er kon met een gerust hart gesproken worden van een neerwaartse spiraal wat zijn spijsvertering betrof. Wat niet wil zeggen dat er geen werkethiek gepleegd werd. Traag en gestaag werden reststoffen in compacte vorm zijn lichaam uitgewerkt.
Terug op zijn stoel hield Diederik het niet meer. Hij wou het uitgillen. Of klauwen tegen de muren. Maar hij bleef van voornemen weinig tot niets van zijn gemoedstoestand te laten merken. Hij keek zorgvuldig rond naar zijn collega’s. Allen staarden ze intens naar hun scherm, met gezichten waar nauwelijks verholen tegenzin van afstraalde. De witte achtergronden van hun Office programma’s schenen een fluoriscent en licht griezelig schijnsel op hun grauwe gelaten. Diederik staarde terug naar zijn scherm en opende zijn mailprogramma.
Voor hij het wist was hij van pure verveling toch maar daadwerkelijk aan een taak begonnen. Het was een lekker stompzinnige taak, een die hij op de automatische piloot kon verrichten. Een heleboel knip-plak, knip-plak met lichte handmatige aanpassingen. Knip-plak. Hij stelde zichzelf heroïsch van een grote hoogte omlaag vallend voor. Knip-plak. Of stoïcijns onder water zijn laatste lucht uit zijn longen persend. Knip-plak. Een harde snok van het touw om zijn nek. Knip-plak. Het bloed dat in rappe gulzige pulsen aan de buitenlucht blootgesteld werd. Knip-plak. Hoe alles zwart werd terwijl de pillen begonnen te werken. Knip-plak. Omhelsd worden door het vuur van een explosie. Knip-plak. Elektrisch geknetter terwijl zijn lijf wild schokte. Knip-plak. En dan rust, zalige zwartheid, oneindig niks.
Hij staarde naar zijn toetsenbord in het vage besef dat hij in een rap tempo zijn taak had afgewerkt. Met een paar muisklikken hing hij het bestand aan een antwoordmail en drukte op verzenden. Rustig verschoof hij de mail naar een map vol afgewerkte taken en opende de volgende mail. Dat zag er ook rustig verrichtbaar uit. Vooruit dan maar. Het was beter dan dat vreselijke niksdoen.
Terwijl hij kalm doorwerkte, stelde hij zich hele filmische scenario’s door. Geschokte journalisten. Huilende vrienden en familie in clichématige stortbuien aan zijn graf. Een met dikke regenstralen doorweekte grafsteen waarop zijn volledige naam prijkte. Afhankelijk natuurlijk van het voorafgaande scenario – sommige fantasieën lieten weinig begraafbaars van zijn lichaam over.
Hij keek naar de klok en besefte zich plots dat hij een half uur had zitten overwerken. Alle collega’s op kantoor bleken al naar huis te zijn vertrokken. Hij keek naar zijn mailbox en zag dat hij deze ook nog eens zowaar leeggewerkt had. Deemoedig sloot hij zijn computer af en klikte het beeldscherm uit.
Bij de kapstok pakte hij zijn jas terwijl zijn baas haastig door de gang liep. De baas had hem gezien. Hij liep het kantoor binnen en klopte Diederik op de schouder. “Zo zo, Diederik, zo laat hier nog ? Goed gewerkt, jongen. Tot morgenvroeg weer hè !” En weg stormde zijn baas, bijna meteen aan een nieuw telefoongesprek beginnend in zijn headset.
Diederik slenterde over straat naar huis. Hij staarde naar de lucht. Stralend blauw. Geen wolkje meer te bekennen. Net nu hij in een ultieme bui was voor forse regen en wind. Stomme weergoden.
Hij schopte tegen een blikje en sjokte voorts. Zometeen de hond maar weer uitlaten dan.
Reactietjes