Met open ogen lag Diederik in zijn bed. Zijn ogen waren open omdat hij gewend was dat ongeveer nu de wekker zou gaan. En ja hoor, daar klonk de zachte mechanische klik en het geluid van zijn wekkerradio zwol aan. De radio viel middenin het lied ‘The Power Of Love’. Om kwart over zeven ’s ochtends, dacht Diederik. Wie had er in godesnaam behoefte aan The Power Of Love om kwart over zeven ’s ochtends ? Het gevoel van leegte en zinloosheid besprong hem als een spin uit haar schuilplaats. Hij bleef liggen. De radio zong dapper voort.

It don’t take money and
It don’t take fame
Don’t need no credit card
To ride this train

Woef staarde verwonderd naar zijn baasje. Diederik was niet opgestaan. Zijn pantoffels lagen nog altijd naast het bed. Hij was niet de keuken ingesloft. De waterkoker was niet aangeklikt. En, nog verwonderlijker, Woef zijn voedingsbak was nog niet gevuld. De hond hield zijn kop schuin, maar zijn baasje keek hem niet aan. Diederik lag daar maar en staarde gedachteloos naar het plafond.

Er verstreken drie uur. Diederik bleef slapeloos en bewegingloos liggen. Woef had zich al in de situatie berust, er volledig op vertrouwend dat het baasje hem uiteindelijk wel zou voeren. En uitlaten. Hij kon wachten.

Diederik zijn mobiel rinkelde. Langzaam draaide Diederik zijn hoofd in de richting van de irritante ringtone. Op de automatische piloot pakte hij het ding op en drukte op opnemen. Een blikkige stem klonk uit het speakertje.

“Diederik ?”

“Ja, met Diederik,” antwoordde Diederik. Hij schrok bijna zelf van de futloosheid en droogte in zijn stem.

“Waarom ben je nog niet op de zaak, Diederik ? Ben je ziek ?”

Ben ik ziek, dacht Diederik. Goede vraag eigenlijk. Ziek, wat is dat ? Ziek zijn is een lichamelijke of geestelijke afwijking van de norm, van meestal een tijdelijke aard, besloot hij. In dat geval ben ik ziek, ja, nam hij zich voor. “Ja, ik ben ziek.”

“Oh. En dan bel je niet even ?”

Even viel er een stilte. Diederik kon geen antwoord bedenken. Hij lag rustig en verwonderd te luisteren naar de lengte van de stilte.

“Nou ja. Eh. Okee. Beterschap dan maar he. Laat maar wat weten wanneer je weer beter bent.”

De persoon aan de andere kant van de lijn had opgehangen en Diederik legde zijn mobiel weer terug. Hij besloot zo lang te blijven liggen als hij vol kon houden.

Dat bleek exact nog vijf minuten te zijn. Toen begon zijn blaas enorm pijnlijk te steken. Er waren al een tijdje signalen in toenemende urgentie verzonden uit die lichaamsstreek, maar nu hield hij het echt niet meer. Kreunend rolde hij zichzelf uit bed en liep naar het toilet. Verdomde lichamelijkheid ook. Woef rende kwispelend achter hem de trap af.

 
René van Densen
René van Densen
René van Densen (1978) is een cynische dromer, een lachende pessimist, een realistische romanticus, een honklosse kluizenaar, een intelligente mafkees, een bedachtzame schreeuwer, een podiumschuwe polderpoëet, ex-nachtburgemeester van Tilburg, ex-striptekenaar, ex-schrijver, ex-webdeveloper, ex-vuilnisman, ex-kind en ex-volwassene, ex-burger, en kattenpapa van een Gentse terror kitten. Eerste Nederbelg die toetrad tot de Wolven van La Mancha. Maar is uiteindelijk niet zo van de collectieven. U treft hem uitsluitend in vrouwonvriendelijke omgevingen aan, en die nieuwe roman van hem komt ook nooit af. Werd al eens omschreven als "onbegonnen werk" door een prachtige blondine.

www.renevandensen.nl
Meer René op Facebook !