Het was een leuk feestje, mocht u het gemist hebben, lieve lezers, afgelopen zaterdag. Véél langer blijven plakken dan het plan was, ik had zelfs nog een verjaardag elders ondertussen waar ik al eens eerder ooit toegezegd had nog op te komen dagen. Uiteindelijk gedaan, met nóg meer alcoholpromillage als gevolg, wat weer tot andere niet nader te noemen zaken leidde, maar enfin. Hier kunt u de traditionele René-poseert-want-hij-is-er-toch-foto vinden. Verder nu, met weer een wekelijks thuisfront-afbrandstukje van mijn hand, dat u op GentBlogt hier kunt vinden.
foto: Michel Vuijlsteke
Een Nederbelg burgert in: Eten
Hoei, zitten we alweer bij aflevering tien ? Tijd voor een favoriet Belgisch onderwerp dan maar. Éten ! Ik zit de laatste tijd te lezen in The Undutchables en dat omschrijft de Hollandse keuken kortweg als belachelijk en fantasieloos. (In hetzelfde hoofdstuk passeert bier even heel snel de revue, en wat de ‘Ollandse bieren betreft zult u het met me eens zijn: dat is veelal terecht.) Het is altijd hilarisch om over de eigen cultuur te lezen, maar de schrijvers zitten overduidelijk vooral met hun hoofd en leden in Holland (voor wie het verschil heeft gemist, zie dit eerdere stuk) en ik kan het dus toch niet nalaten een paar Nederlandse eetproducten te vermelden waar ik me elke keer als ik weer even terug in het moederland ben, gretig op stort.
Ik ga ’t niet hebben over gedrochten als onze stamppotten, de Brabantse balkenbrij (naar ’t schijnt goed te vergelijken met de Gentse waterzooi), en meer van de fantasieloze creaties die u in de gemiddelde Nederlandse keuken zult aantreffen. Want hoewel binnen Nederland de zuidelijke provincies als ‘Bourgondisch’ bekend staan, trekt dat uiteraard, uiteraard, op niets vergeleken met ‘onze’ Zuiderburen. Dat weet u, dat weet ik, en dat weten ze zelfs ten noorden van de grens. Ook de restaurants steken pover af tegen het Vlaamse aanbod (zeker hier in Gent), en iedere Nederlandse stad in de huidige geglobaliseerde steden is net als hier verder overspoeld met McDonaldsen, KFC’s, snelle woksnackbars en meer van dat soort fraais. ‘Onze’ drop is een acquired taste, ook al bestaat ze in tachtig miljard verschillende smaken, dus die laat ik hier ook buiten beschouwing. (Al maak ik wel een snelle potloodaantekening voor een eventuele inspiratielozere latere aflevering van deze rubriek, momentje. Ok, ben weer terug.)
Maar er zijn dingen die ze in het Platte Noordland toch nét beter doen dan hier. Niet veel, en de meesten zijn op persoonlijke voorkeur gebaseerd, dus dit wordt een weinig objectief stukje, vrees ik. Maar het gaat over eten, immers, en daar leest u graag over, is mij verteld – niet ?
Allerleerst, het spijt me, maar het moet worden gezegd: uw bakkers mogen dan wel op zondag open zijn, maar écht lekker brood, dat heb ik hier nog nooit geproefd. Ik sta open voor tips waar ik het anders eens moet proberen, maar het meeste brood hier doet me maar weinig. Het mag wat zouter, wat pittiger, de korst mag uitgesprokener krokant. Wat ik hier tot dusver bij uw bakkers gevonden heb, smaakt naar ons supermarktbrood, en dat is geen compliment. Nu ben ik wel een broodsnob, ik weet precies hoe ik het wil hebben en alles wat daarvoor onder doet, dat schaf ik enkel uit noodzaak aan en eet ik met lange tanden weg. In Tilburg heb ik een bakker die per-fect wit tijgerbrood bakt, en bij ieder bezoek eet ik minimaal één heel brood daarvan weg, met of zonder beleg erop. Wellicht is het ook mijn Brabantse opvoeding geweest: bruinbrood was ‘gezond’ en dat aten we véél, terwijl witbrood voor speciale gelegenheden was, tijdens mijn opgroeiende jeugd. Nu krijg ik er geen genoeg meer van, als het dan tenminste ook echt goéd smaakt. Ik heb echter opgevangen – geen idee wat ervan klopt – dat witbrood hier juist heel ‘gewoontjes’ is en goéd bruinbrood juist als een delicatesse beschouwd word. Waar ik persoonlijk alleen maar een veelbetekenende wenkbrauw bij op kan halen, maar soît, alle smaken verschillen, toch ?
De voor de hand liggende inkopper: Kaas. Wederom een kwestie van smaak wellicht, maar in tegenstelling tot ‘ons’ bekendste bier, is Goudse kaas, zeker in de jonge variant, het allerlekkerst binnen Nederland en trekt vrijwel alle export op niets. Het is volgens mij typisch zoiets dat ons dusdanig goed bevalt dat we enkel de bocht ‘uitsturen’, terwijl Nederland toch altijd graag zaken exporteert. Het gehintte Heineken is dan in export-vorm – buiten de BeNeLux dan wel hè – opvallend beter te drinken dan lokaal, hoewel dat toch ook een marginaal verschil is waar ik het geen voorrang op Belgisch bier zal geven.
Wat ik echter met name ontzettend mis hier in Vlaanderen, is kibbeling. Subjectief zó sterk dat het aan objectief grenst. En dat komt me af en toe bizar over, want net als uw noorderbuurtjes gooit u ook zo’n beetje álles wat u maar kunt bedenken in het frituurvet. Kibbeling is een eenvoudig gerecht: stukken kabeljauw – of bij gebrek aan: witvis; bij een slechte visbakker, restjes van God mag het weten wat allemaal, waardoor het een beetje het visequivalent van de frikandel wordt – tot kleine stukken van volstrekt er niet toe doende grootte gehakt, gerold in een soort deegsaus, krokant gebakken en daarna nog extra op smaak gebracht met viskruiden. Met name de eerder genoemde slechte visbakker zal er véél op strooien. Het is aan te raden kibbeling vooral te proberen in een kuststad, en uit eigen ervaring weet ik dat juist het hoge Noorden voortreffelijke kibbeling kan bakken. Een Volendam is met name voor de connaisseur een must om ooit eens te bezoeken en in een smoezelige snackzaak de vorkjes in de sappige kibbeling aldaar te zetten. Negeer de folklore en de talloze souvenirswinkels in dit piepkleine stadje, ga voor de kibbeling. Sluis zal vermoedelijk ook wel redelijk goede hebben, overigens, en anders het nabij gelegen Breskens wel, die laatste weet ik toevallig uit eigen ervaring. Kom, lieve Vlamingen, probeer het uit en steel vooral het recept – je doet er alle Nederbelgen een groot plezier mee (en er valt dus wat aan te verdienen) !
Veel langer dan dat krijg ik het rijtje niet, lieve Gentenaars, dus maak u vooral niet druk. Al de rest doen jullie over het algemeen beter, dat mag worden gezegd. Maar andersom, en zeker met een toevallig nabije-toekomstig tripje naar het Noorden in het verschiet (er moet een niet nader te noemen paspoord vernieuwd worden) zit ik me alvast toch een beetje te verheugen op die páár dingetjes.
Huiswerk ! Wat voor gerechten of anderssoortige lekkernijen durft u te beweren dat de ‘Ollanders beter doen dan hier ? Alternatief: roep uw goede bakkersadressen maar !
Geef een reactie