Eerder verschenen op het uitstekend leesbare Stadsgezicht weblog op Brabants Dagblad
Beste heer Noordanus, allereerst mijn complimenten op de open en directe manier waarop u onlangs op de open brief van Rik Goverde reageerde. Iedereen is erbij gebaat dat de maatschappelijke discussie over het clubpas-beleid dat beter bekend staat als de ‘wietpas’, openbaar gevoerd wordt. Waarvoor hulde, en dat meen ik oprecht.
Mijn naam is René van Densen, voormalig nachtburgemeester van onze mooie stad. Ik reageer hier als mens, niet-blower, en met een geheel eigen mening over soft- en harddrugs. Alsmede over de veiligheid in onze straten, met name op de tijdstippen na zonsondergang. Ik heb ook vaak en uitvoerig deze meningen in schriftelijke vorm geuit en maak van mijn hart allerminst een moordkuil.
Ik vind dat het Nederlandse gedoogbeleid zoals dat sinds 1976 in dit land gevoerd wordt, de minst slechte oplossing is voor de scheiding der markten tussen soft- en harddrugs. Dit bewijst zich al decennia cijfermatig en vindt in het buitenland dan ook meer en meer navolging. En juist niét… in Nederland.
Het clubpasbeleid (“wietpas”) zie ik als een levensgevaarlijke bedreiging voor ons (half)verstandige gedoogbeleid. Daarom reageer ik graag even puntsgewijs op uw brief, die een antwoord was op de open brief van Rik Goverde.
U stelt dat het rapport van Epicurus aan stemmingmakerij doet. Ik vraag me af of u bekend bent met de recente uitspraken van de politiebond ACP tegen de wietpas. Of, nog sterker, wat uw eigen partij, de PvdA, stelt in haar verkiezingsprogramma: ‘Een wietpas is een schijnoplossing die het land niet veiliger maakt’. Is dat ook stemmingmakerij wellicht ?
U stelt te streven naar kleinschaligere coffeeshops. Er waren 11 coffeeshops in het centrum van Tilburg die op een verantwoorde manier dagelijks duizenden meerderjarige plaatselijke blowers hun softdrugs verstrekten. Die zijn nu, zelfs met de – verstandige – versoepeling van de ‘GBA-eis’ (het inschrijven middels een gemeentelijk GBA-uittreksel, red.), nagenoeg leeg – dat kan iedere voorbijganger zelf zien. Het overheids-controleerbaar inschrijven als softdrugsgebruiker is een grote drempel, zo blijkt. In dat opzicht bent u geslaagd: coffeeshops kunnen bijna niet kleinschaliger dan ze nu zijn.
Coffeeshops moesten zich voorheen al aan de AHOJ-G criteria houden, anders werden ze gesloten. De ‘O’ daarin staat voor ‘overlast’, inclusief parkeeroverlast. De enige overlast die het weinige softdrugstoerisme in onze stad veroorzaakte, viel daaronder, en daar werd door de ondernemers ook tegen opgetreden. Gemeente Tilburg heeft zelfs in de veiligheidsnota trots vermeld dat Tilburgse coffeeshops zelf overlastbeperkende fietspatrouilles (‘een prima initiatief’) organiseerden. En terecht.
Die ‘overlast’ komt doorlopend terug in uw reactie. ‘Overlastgevende criminaliteit’. Moet ik hieruit begrijpen dat u criminaliteit prima vindt, zolang het maar geen overlast geeft ? Want de illegale distributiekanalen die sinds 1 mei grootschalig ontstaan zijn, waken heel goed over hun ongrijpbaarheid: alles gebeurt via thuisdealers en scooters, het gaat snel en onzichtbaar. En de politie staat zo goed als machteloos, terwijl in plaats van elf gereguleerde softdrugs-locaties er nu duizenden zijn, verspreid over alle wijken en deelgemeenten. Ze houden zich onopvallend op bij een skate-park in de Reeshof, of op een pleintje vlakbij het station. Ik heb zelfs al met enkelen van hen gesproken. Daarnaast spreken ze via moderne mobiele technologie met hun klanten af.
Deze onzichtbare criminaliteit geeft nóg geen overlast, maar moet dat niet juist voorkomen worden? In Zeeland verscheen er recent al nieuws dat rivaliserende drugsbendes met regelmaat schietpartijen veroorzaken. De afname drugsdrukte in o.a. Roosendaal die u aanhaalt, leidt zeker niet tot een veiligere stad, zo blijkt uit recente berichten. En de landelijke journalistiek heeft tot dusver moeiteloos dozijnen straatdealers gevonden in de steden met de clubpas. Maar omdat er nog bijna geen overlast gemeld wordt, vind u dit geen probleem ?
U stelt dat sinds de versoepeling van de GBA-eis, de inschrijvingen ‘voorzichtig aantrekken’. Iedere willekeurige passant van een van de Tilburgse coffeeshops kan met eigen ogen zien dat deze extra inschrijvingen kleine druppeltjes zijn op een roodgloeiende plaat. De ‘echte liefhebber’ waar u het over heeft, krijgt eenvoudig, goedkoper en in iedere gewenste hoeveelheid nu zijn hasj en wiet thuisgeleverd. Al dan niet in combinatie met harddrugs. Je moet wel een enorme liefhebber van coffeeshops – niet eens van cannabis – zijn om dan nog naar de shop ‘terug te keren’, zoals u stelt.
Al met al klinkt het alsof de wietpas enkel een oplossing is voor de overlast van de drugsgebruikers, waarvan u en uw gemeente stelden dat die er niet of nauwelijks was. Ik zou u toch willen vragen: als dit beleid achteraf, na het in opdracht van uw gemeentebestuur nu gaande onderzoek, meer kapot gemaakt mocht blijken te hebben dan ons allen lief is, hoe verwacht u de situatie dan nog ooit weer beheersbaar te krijgen ?
Ik hoop dat er realistisch en met de blik op een veilige toekomst in deze stad nog eens naar dit beleid gekeken kan worden, voor het misschien wel te laat is.
Met vriendelijke groeten,
René van Densen, ex-nachtburgemeester van Tilburg
Reactietjes