De grote schrijver Ko te Let keek tussen de gordijnen door naar buiten. Er lag een gebutst bierblik op straat. Het irriteerde Ko. Wat was er gebeurd met die warme burenband? Kon niemand de gedeukte conserve opruimen? Het lag bij zijn onderbuurman voor de deur. Het was zijn verantwoordelijkheid. Hij wendde zich af van het raam en zette zich in zijn grote schrijvers stoel. Ko plukte aan zijn wollen trui. Er zat een pluisje op. Het had een vreemde vorm. Een klein bolletje bovenop een grote. Het was net de oermoeder.

Ko bestudeerde het stukje stof met enige interesse. Terwijl hij naar het vreemd gevormde plukje keek, kreeg hij zin. Zin om in de pen te klimmen. Hij kreeg serieus goesting in een goede pennenvrucht. Hij zuchtte en liet het pluisje los. Hij hoorde een plof. Er was een brief bezorgd. De envelop lag op de mat. Ko bezag het vanuit zijn grote schrijversstoel. Hij was best nieuwsgierig naar wat de posterijen hem hadden gebracht. Misschien wel een telegram van zijn tante uit Nieuw-Zeeland. Of een liefdesverklaring van een voluptueuze poëzieliefhebster. Hij was opgewonden en benieuwd. Maar ook een beetje gespannen.

Hij overdacht de hele situatie zonder zich te verroeren. Vanuit zijn grote schrijversstoel tuurde hij naar de deurmat. ‘D’r is post’, zei zijn moeder zaliger altijd. Zo van een afstand kon hij niets geks aan de post ontdekken. Ko was op zijn qui-vive. In het verleden had hij tot driemaal toe poepenveloppen gehad. De zaak was nooit opgehelderd. Sindsdien was Ko te Let voorzichtig met poststukken. Hij zuchtte en richtte zich op uit zijn stoel. Hij stond een halve minuut roerloos voor de stoel.

Op zijn sokken slofte Ko ten slotte behoedzaam op de envelop af. Hij was roze en zijn naam stond er in sierlijke letters op. De grote schrijver vermoedde dat het een schrijven van aanzienlijke importantie betrof. Hij liep snel met het poststuk naar de grote schrijversstoel. Hij opende de envelop en trok de brief eruit. Het papier rook naar jasmijn. Ko las de brief die begon met ‘geachte auteur’ en kreeg rode konen.

Het was een uitnodiging voor het vrouwenboekenbal.


Dit verhaal is nog niet verteld, beste lezers. Aanstonds meer over deze belevenis. U moet de groeten hebben van de erven van Linda. We wensen u een fijne aswoensdag.

 
Gerrie S. Veters
Gerrie S. Veters
Man (32 en/of ouder).
Zie @Elagabalus_