Puzzelstukjes – een wirwar – van ongelijke delen
verspringend
bewegend
draaien rond
als een compas
die mij richting geeft
De grond onder mijn voeten
vol hobbels
stronken – struiken – struikelen
In het donker
met gehuil in de verte
zoek ik mijn evenwicht
tussen falen en perfectie
tussen zwart-wit
lief maar stoer
Bitterzoet
Verlangen
veel
teveel
gretig – graaien – grijpen
hou me vast!!
Ik ben zo bang dat het me ontglippen zal
Het avontuur
de kans
zo eentje van maar één keer
Of durf ik te geloven
dat ze komen met zovelen
dat ik steeds opnieuw proberen mag
Hoger te reiken
op de topjes van mijn tenen
Pirouetten draaien
dansen – duizelen – vallen
eindeloos
breek ik in kleine stukjes
op de grond
Gevonden
door een wandelaar
verbijsterd door alle facetten
van kwetsbaarheid en kracht
een beetje schoonheid
een gekwelde ziel
akelige monsters
glinsterend in de maan
Ga hier vandaan!
Ik sta op
met tranen in mijn ogen
lichtvoetig – opgetogen – ongedeerd
De donkere magie bezworen
bevochten
om weer op pad te gaan
Reactietjes