‘Mijn vrijheid houdt op waar de uwe begint.’ Het kan zelfs omgekeerd. Met de vrijheid kunnen we heel veel kanten uit. Boutades daaromtrent bestaan in grote getallen.

Ze vormen de basis van het zogenaamde liberalisme. Het zou de consument te goede komen want waar concurrentie is, dalen de prijzen. Niets van aan dus. Concurrenten kunnen ook heimelijk samenspannen om de consument te plunderen. Denk aan de telecom in België. Veel te duur. Een vierde, jawel vierde, je leest het goed, moet ‘op de markt verschijnen’ om de prijzen alsnog te drukken. Wie gelooft dit nog? Klein land, beperkt oppervlak, geen al te grote netwerken dus en toch betalen we ons rot.

De energiemarkt is ook al vrijgemaakt. Het is inmiddels een rampgebied geworden. De gekste prijsstijgingen van de laatste maanden doen vermoeden dat de energieleveranciers ontoerekeningsvatbaar zijn geworden. Ze zijn te gek om nog langer los te lopen en moeten dringend beteugeld worden. Zelfs de toch wel liberale eerste minister van België is die mening toegedaan.

Ze zijn gek en vormen een bedreiging voor de vrije en de onvrije wereld.

 
Marc Tiefenthal
Marc Tiefenthal
In tijden van toenemende verdomming en groeiend nationalisme is het gepast, ha, erop te wijzen dat Marc Tiefenthal gemakkelijkheidshalve kan worden gecatalogeerd als Belgisch dichter, die zowel in het Nederlands als het Frans schrijft. In diezelfde context, stijgende verdomming en toenemend nationalisme, vraagt menigeen zich af waar de dichter verblijf houdt. Daar hij op twee plaatsen in de wereld verblijf houdt, dit is bilokaal woonachtig, heeft hij op het Groot Smoelenboek van de heer Sukkelberg, voor de lol Bobigny als woonplaats opgegeven. Kom hem daar maar niet bezoeken. Evenmin als in Menen, Ieper, Leuven, Bossière, Brussel, Antwerpen noch Temse, waar hij ooit gewoond heeft.