Hoe oud was ik? Een jaar of zes, zeven misschien? Een zolderkamer in Den Haag. Daar zat ik op een klein kussentje, heel stil met mijn ogen dicht. Probeer alleen maar wit licht te zien! Er werd gesproken van God, maar die heette dan anders. Baba of zoiets.
Flasback of flashforward? Een nummertje onder je stoel geplakt. Bingo in de kinderkerk. De zomer dat er gebeden werd aan tafel en dat we liedjes zongen, knutselden en naar bijbelse verhalen luisterden.
Ik zal een jaar of elf zijn geweest, toen mijn moeder vrijwilligerswerk ging doen bij de Regenboogboom. Terminaal zieke kinderen opvrolijken, hun hoofdjes vullen met fantastische fantasieverhalen, liedjes zingen aan hun bed, kristallen verkopen op de spirituele beurs. Waar mijn moeder ging, ging ik ook… want het dorp waar we heen waren verhuisd, Bodegraven, daar had ik nog niet al teveel vrienden gemaakt. Te midden van al die volwassenen voelde ik me geaccepteerd voor het wijze jonge meisje dat ik was.
In een kringetje van stoelen zaten we daar. Mediteren. Soms kwamen er overleden mensen op bezoek, die traden dan in het lijf van één van de aanwezigen. Dat zag je doordat alle trekken in het gezicht en de uitstraling van die persoon veranderden. Die mensen wisten niet dat zij overleden waren. Er werd met hen gepraat en ze werden naar het licht gebracht. Dan werd het gezicht weer normaal. Mooie zondagmiddagen met de vrouwen het bos in, liedjes zingen. Sieraden maken voor verkoop op de beurs. Aan het hoofd van de organisatie een Engelsman die predikte wat Spirit hem doorgaf. Kritische reacties werden afgedaan als “het ego”, wat slechts belust was op een soort zelfverheerlijking. De man leed aan kanker, had een aanslag overleefd en hij altijd maar dat ie achterna werd gezeten. Tijdens onbewaakte ogenblikken voelde hij de vrijheid zijn seksuele gevoelens te uiten. Of dit nu naar een volwassen vrouw was, of een meisje van twaalf, dat maakte voor hem niet zoveel uit. En plein public zou hij in alle toonaarden ontkennen dat iets dergelijks gebeurde. Het waren mooie verzinsels van vrouwen die de wens hadden met hem seksueel actief te zijn.
Mijn moeder verliet de sekte toen ik dertien was. Mijn vader was van haar gescheiden en had ons gezin verlaten. Mijn moeder had de liefde gevonden bij een vrouw. De ervaring van de Regenboogboom hing nog even als een donkere wolk boven ons gezin, maar verdween uiteindelijk grotendeels uit beeld.
Rustig vaarwater. “Spiritueel” interesseerde me en beangstigde me tegelijkertijd. Ik had ervaren hoe je met energieën, de kracht van gedachten, mensen kon beïnvloeden. Hoe volledige afhankelijkheid gecreeërd werd. Daarvoor hoefde je niet persé dom te zijn, eerder kwetsbaar. De juiste woorden op het juiste moment te horen. Schuldgevoelens en loyaliteit naar de vrijwilligers en de zieke kinderen hielden mensen gevangen en ze waren het zich niet bewust. Zoals mijn moeder het zich niet bewust was geweest. Hoe kun je je tegen zoiets wapenen?
Als jong volwassene, vijfentwintig jaar, waagde ik me voorzichtig weer in spirituele richting. Onder de noemer van gesprekstherapieën, persoonlijke ontwikkeling, yoga. Mijn moeder en haar vrouw hadden iemand gevonden die hen goed hielp om het verleden te verwerken. Voor mij zou dat ook wel wat zijn! Wat volgde waren dure sessies met een therapeute die vanaf haar voetstuk vertelde hoe nederig zij was naar haar medemens. Alles wat in vertrouwen gezegd werd, bleef vertrouwelijk. Tot het moment dat zij bepaalde dat het in een yogales kon worden uitgesproken, of tijdens de therapie van een anders gezinslid tussen neus en lippen werd benoemd. Of ze maakte een grapje dat ronduit respectloos en denigrerend was naar een andere betrokkene toe.
Ik was met open ogen in de val gelopen. Hoe kon het dat ik het niet gezien had? Het voelde lange tijd zo prettig. De therapeute, de groep. Een warm bad van steun en toejuichingen was veranderd in een ijsklomp en angst dat ieder woord dat ik zou zeggen verkeerd werd opgepakt. Het duurde even, vier jaar ongeveer, voordat ik inzag dat deze behandeling mij niet hielp in mijn ontwikkeling. Vele euro’s lichter was ik vooral blij en opgelucht dat zíj besloot dat ze me niet meer verder kon behandelen.
Weer een sprong van vier jaar verder. Mijn vader, kaaskop in hart en nieren, is moslim geworden. Nadat ik hem eerst uit de klauwen van de Landmark-sekte wist te halen, houden, was ie nog even in de ban van “The Secret”. Nu bidt hij vijf keer per dag en is hardcore into Ramadan.
Mijn moeder, nog steeds samen met haar lieve vrouw, heeft zich laten dopen voor de Katholieke kerk.
Eerlijk gezegd weet ik niet goed wat ik deze geschiedenis moet denken. Ik heb daarom besloten dat ik als dertiger mijn eigen yellow-brick-road beter kan volgen. Gezien mijn voorbeelden ben ik wel benieuwd waar ik uiteindelijk uitkom.
Vertrekpunt van de wandeling is vastgesteld op: “Totaal verknipt” en “Van god los!”.
Geef een antwoord