Is het werkelijk de zee
De vliegende vissen
Het deinen van het schip
De stampende machine
De nachten vol sterren
De koffie bij het ochtendgloren
aan dek en de ontelbare eilandjes
voor de traag voorbij glijdende kust
De scholen dofijnen
die meezwemmen onder de boeg
Het zout dat kleeft
op de huid
Het eindeloze water
Water dat ik mis
Of
Zijn het de havens
Het stoere zeemansvolk
En de hoeren van Ambon,
van Maumere, in Surabaya,
in Tanjong Priok de drank
Het gevecht en de verbroedering.

a/b Duta Bahari 1991