KutBinnenlanders.nl

Dag: 14 juni 2011

‘no hekkers, masjien foel, masjien foel’

Pofferrrr, vloeken en tieren op de redactie vanmiddag. Site weer eens Fukushima. Maar weer eens long distance aan de scheldlijn gehangen naar ons aller Júan el cheapo hosto Gonzales. Wel el cheapo, niet el speedy. Had zo zijn slogan kunnen zijn. “Júan, jij stinkvoetschimmel, the site is being hacked.”

Voice mail. Die fokking pene de un perro – wij gebruiken tegenwoordig Google Translate om hem nog effectiever aan te moedigen, geen idee of het klopt maar we vermoeden dat hij wel snapt wat we hem noemen – heeft gewoon tegenwoordig voice mail. Weet je wat dat kost, in Mexico, voice mail ? We betalen die gilipollas duidelijk veel en veel en véél te veel ! Alle nummers die we van hem hebben, tegelijk gebeld vanaf onze telefoons en op de speaker wachten tot hij er een op nam, om hem de fokking prepucio vol te schelden.

“Yes, hellow?” Vloek, vloek, scheld, tier, site wordt gehacked. “¿Qué?” SITE. HACKERS. SITE KAPUT. YOU FIX SERVER. YOU FIX NOW OR WE FIX YOU. “Not possible, no hekkers, masjien work perfectly.” Masjien works himmùl nie perfectly koekwaus. SITE BROKEN. FIX, aardhommelreetkever, FIX. “Ok, I tsjek now.” Schoffel schoffel naar zijn schuurtje. We kunnen ons vergissen, maar volgens mij passeerde hij een geluidsinstallatie met voor Mexico helemaal geen slecht geluid. Noteren. “Ah ai see, masjien foel.” JE BENT ZELF EEN FOOL. “No no no, masjien foel, masjien foel, joe joes toe musj roem.”

Ow.

Ik delete even een paar bestanden om te controleren… en het werkt weer. Maar toch laten we ons niet zomaar kennen. Net als we nog willen roepen dat-ie toch verdomme ‘hekkers’ heeft, zegt-ie “Aai heff other masjien. Ferry goet server. Ies ferry nieuw, ies eksjuellie from dies sjentuurie. Aai meek joe offer, voor moor roem, ok?”

Voor we het wisten, had hij opgehangen en kregen we een offerte in de inbox voor duurdere hosting. Poffer. Die el cheapo Júan gaat met zijn tijd mee. Kut, kut, kut. Daar gaat ons bierbudget.

 

Dat is het leven (14)

De S.T.S. KERMIA 18.000 ton.

Mijn eerste reis ging ik met sts Kermia mee.18.000 ton
52 bemanningsleden.STS betekende stoom turbine schip.
Van af de kade zag ik op het schip allerlei mensen lopen die aan het werk waren.We zouden de volgende morgen uitvaren.Ik nam afscheid van mijn moedertje ze mocht niet aan boord komen dat deden ze expres om te voorkomen dat er tranen zouden vloeien.Een zeeman houd nu eenmaal niet van tranen.

Mijn moeder stond altijd voor mij klaar .
We woonden destijds in de HeiligeGeeststraat 38 te Eindhoven.
Ik nam afscheid van mijn Moeder .En moest haar plechtig beloven in elke haven een lange brief te schrijven.

Mijn moedertje reisde met pijn in haar hart terug naar huis haar jongste kind achter te moeten laten op een groot schip deed haar veel verdriet.Wanneer zou ze hem weer zien was de vraag.
Ik zwaaide nog een maal naar haar en ze vertrok weer richting Eindhoven.En ik ging aan boord van de STS Kermia 18.000 ton 52 man bemanning aan boord waarvan ik de jongste was.
Toen ik op het dek van de tanker stond kwam er een grote meneer met een pet op die me vroeg zo kerel wie ben je en waar kom je vandaan.Ik zei hem beleefd meneer ik heet Lowy Cremers uit Eindhoven.Zo zo zei de man een Brabander dus .

 

Het zweet van duizend klamme ambtenarenoksels liep over de ruiten

Een brief van de gemeente Tilburg. Mijn paspoort moest verlengd worden. Een koude rilling kroop over mijn ruggengraat. Ik wist wat het betekende: ik moest de Zwarte Doos betreden. Dat zieke, zieke gebouw. Is het toeval dat de naam op een letter na dezelfde is als die van de epidemie die 100 miljoen levens kostte?

Na weken van uitstel liep ik met onvaste tred de trap op. Vroeger noemden we dit gebouw ‘het gemeentehuis’ of ‘Stadskantoor 1′. Nu stond het simpelweg bekend als De Zwarte Doos. In de misvormde boom kraaide een raaf drie keer, spottend. Het was verder muisstil rond het gebouw. De ramen waren besmeurd met een groene, alg-achtige substantie. Dikke druppels liepen over het glas omlaag. Het zweet van duizend klamme ambtenarenoksels. Door het kapotte klimaatsysteem wordt het niet opgevangen. Het bittere werkvocht, losgemaakt door slavenwerk als ‘administratieve handelingen’, de productie, verwerking en evaluatie van rapportages, verkenningen en procedures, hoopte zich maar op in het vervloekte gebouw. Wederom kraaide de raaf drie keer.

Een huivering schoot door mijn lijf. Moest ik hier wel naar binnen gaan? Wie of wat zou er op me wachten, achter die kapotte draaideur? De ramen waren beslagen. Er zat een vreemde, rode vlek op. Het leek wel bloed. Een kennis die er geweest was, vertelde hoe de troebele pus in plassen op de vloer lag. Hoe het gal van de muren droop. Een bijenkolonie had zich gevestigd bij loket 23 G en het interieur was bedekt met een zompige laag slijmerige korstmossen, paddenstoelen spoten hun giftige sporen door de ruimte. De zoete, weeïge stank van verrotting hing overal. In de kelder hadden vreemde beesten hun nest gemaakt. Een ziek, ziek gebouw.

Om het toch nog warm te krijgen in het enkelglazen bouwwerk, hadden die arme ambtenaren alle zitjes opgestookt. Dat was het ergste van alles, vertelde de kennis mij: de ambtenaren. Verdoemde zielen, zeiden de dorpelingen tegen elkaar. Niemand wist hoeveel van hen het betonnen monster nog gevangen hield.

‘Nooit eerder heb ik zo’n meelijwekkend zootje meegemaakt’, vertelde de kennis me met een trieste blik. Chronisch ziek, bleek, schurfterig en zich krabbend aan talloze etterende puisten, sleepten de ambtenaren zich voort, wadend door het stinkende afval op de werkvloer. De EHEC-bacterie was er in alle kleuren en smaken en vierde vakantie. Hun behoefte deden de ambtenaren overal, behalve op het toilet. Dat was kapot. Zoals alles in de Zwarte Doos.

Dit was het niet waard, besloot ik. Dan maar geen paspoort. Ik draaide me om. Er kwam een ijselijke gil uit de Zwarte Doos. Het klonk als een beetje als een boze wethouder Joost Möller.

 

© 2024 KutBinnenlanders.nl

Theme by Anders NorenUp ↑