Ze waren gezeten en zaten in een paviljoen aan tafel. Het was moeilijk uit te maken of het vroeger een jacht- dan wel een vispaviljoen was geweest.

Hoe dan ook, nu het een taverne is, hadden ze vis besteld. Clovis, ooit koning der Franken, nu zoon der Francken en kleinzoon der Janseniussen, zijn vriendin haast zijn verloofde hadden dit paviljoen gekozen om zijn ligging, uitzicht en architectuur. Een paviljoen haast van goud, alvast van hout.

De jongen had smaak en zijn quasi verloofde volgde hem daarin graag. Ze lieten de vis dan ook heel erg smaken.