Het is oorlog. Oorlog in huize ondergetekende. Oorzaak: de afstandsbediening, een apparaat dat wellicht beter niet uitgevonden had kunnen worden, door de natuurkundige slimmerik die haar in de jaren vijftig van de vorige eeuw aan zijn brein liet ontspruiten. Dat zou heel wat echtelijke ruzies hebben gescheeld.
Het is woensdagavond. Ik wil voetbal zien. Voetbal: oh nobele, poëtische sport, fysieke kunst tot in de hoogste graad!
Zij wil een film zien. Zo’n op ware gebeurtenissen gebaseerd, Amerikaans drama. Tranentrekker eerste klas. Kitsch. Vrouwenvoer. En nu is het dus oorlog, aangezien de tv op de slaapkamer stuk is, een vluchtroute voor deze of gene, is afgesneden. Kop of munt. Kop. Ik trek aan het kortste eind. Dan maar op café. Een goede reden om me te gaan bezatten.
Waarom heeft De Heer mij niet opgezadeld met een eega, gezegend met een behoorlijk ontwikkeld sportgen?
Men heeft het in het leven niet voor het uitzoeken, mijmer ik in mezelf, terwijl ik een inventieve carambole over drie banden besluit met een flinke hap in de schuimkraag van mijn koele pilsje. De club staat 0-3 achter.
Geef een antwoord