Film van de dag: Sleuth (1972)

Verbaasd keek ik ’s avonds op de deurmat. Nog één keer, voor de zekerheid. Maar hij was er nog steeds niet. De wekelijkse buurtkrant. En dat terwijl hij altijd op deze dag op de mat ligt. Doorgaans vroeg in de middag zelfs al. Éénmaal was hij later gekomen, richting de avond. Daarom had ik wat langer gewacht met mij zorgen maken. Maar het was nu avond en geen buurtkrant. Een zorgwekkende situatie. Mijn argwaan was ontwakende.

Het mij onthouden van cruciale informatie wekte allereerst nieuwsgierigheid op naar het mij onthoudene. Wat zou er in de buurtkrant staan dat ik niet mocht vernemen ? Zonder fysiek bezorgde buurtkrant werd het een moeilijke vraag om te beantwoorden. Maar noch belangrijker: wie had er baat bij om mij de krant te onthouden ? En hoezeer zou diens baat mij schaden ?

Ik besloot alras op onderzoek uit te gaan en greep mijn jas. Buiten aangekomen bleek het herfstig regenweer. Ik had echter mijn lentejas van de kapstok gegrist. Naast de onbezorgde buurtkrant een nieuwe zorgwekkende ontwikkeling. Was het weer nu ook al tegen mij aan het spannen ? Was er zelfs een samenhang of samenspanning ? Het baat van zowel de verdwenen zorgkrant als de herfstige regen moest enorm hoog zijn, als men er zelfs het weer voor manipuleerde. Een goed teken. Grote baten zijn makkelijker op te sporen dan kleine baten. Een groot baat zit niet snel in een klein hoekje, zo u wil.

Aldus rook ik onraad bij een grote baat. De eerste partij waar men aan denkt bij een groot baat, is een private partij, schoot het door mijn hoofd. Wellicht was er een bedrijfsbelang bij gediend om mijn deurmat buurtkrantloos te houden. Maar dat viel niet te rijmen met de regenval. Verdomd, dacht ik. De buurtkrant is informatie. Informatie wordt mij onthouden. Denk, Cineman, denk ! De meest voor de hand liggende partij die belang heeft bij controle over de informatiestroom is… de overheid.

En zo trapte ik op het Binnenhof woedend de deur open en brulde: “Oké, wat is er hier aan de hand ??” Enkele overwerkende kabinetsleden keken verschrokken op. “Cineman, waarom brul je zo ?” Ik bood mijn verontschuldigingen aan en legde hen mijn predikament uit. Zorglijke rimpels trokken in hun voorhoofden en ze deelden een bezorgdheid over mijn buurtkranteloosheid. Maar, zo verzekerden ze me, de regering had niets te maken met deze situatie. Ze hadden momenteel de handen vol aan alle boze reacties op het Koningslied, dat veel kwaad bloed had gezet onder het volk. Even overwoog ik hun woorden. Koningslied, kwaad bloed. Buurtkrant. Nee, besloot ik, er was geen voor de hand liggend verband. Dit was een overduidelijke red herring.

Ik volgde het spoor verder langs de Nederlandse Journaille, maar ook die ontkenden betrokkenheid. Vervolgens trok ik na of mijn buurtkrantbezorger een alibi had. Die was op geheimzinnige wijze verdwenen, bleek. Een vlugge financiële check bracht me in één helder inzicht bij de schuldige partij, en in mijn inmiddels doorweekte lentejas toog ik daarheen.

En zo trapte ik de deur in bij de Paraplu industrie, alwaar Big Umbrella bijeen zat en geschrokken naar me keek. Mijn krantenjongen stond bedremmeld in hun midden. “Cineman, maar hoe, hoe wist -” ik gebaarde hen te zwijgen en trok mijn jas uit. Demonstratief hield ik mijn doorweekte lentejas voor me uit. “U ziet, heren en dames, ik voelde náttigheid. Dat kon maar één ding betekenen. Ik werd met de regen doelbewust aangezet tot het kopen van een paraplu. Maar daarvoor moest u eerst mij buitenshuis hebben, in een crisissituatie waarbij ik onnadenkend mijn lentejas aan zou trekken. En daar kwam deze jongeman in het spel,” wees ik naar de krantenjongen, “en een vuil spel is het. Dit heeft u me nu al vaker geflikt. Inmiddels heb ik thuis al negentien paraplu’s in allerlei formaten en kleuren rondslingeren en u had me bijna zover dat ik mijn twintigste had aangeschaft. Maar het spel is uit !”

Beschaamd bekende Big Umbrella schuld en ik kreeg mijn buurtkrant. Thuis aangekomen kwam ik er echter achter dat ik mezelf buitengesloten had. En zo trapte ik mijn derde deur van de dag in. Zelfs een geniale geest kan niet aan álles denken, wil ik maar zeggen.