Mijn vrouw herhaalt het vaak: dit land stopt enorm veel geld in de grond. Ze bedoelt grondwerken, meestal betreffen ze wegen en verkeer.

Om de strijd aan te gaan en op te rukken naar de linie, de eerste of de tweede, dat laat ik even in het midden, moest ik een andere weg zien te bewandelen en te gebruiken met de auto. Er waren wegenwerkzaamheden, een maand lang, op de hoofdweg. Mijn cliënt had me het bestaan onthuld van een sluipweg. Ik vond die sluipweg door traag te rijden in de richting van de Stichting. De sluipweg ligt net naast het begin van het domein van de Stichting. Weg in slechte staat. Niemand bekommert zich erom, het is immers een sluipweg. Traag reed ik erin, valkuilen en kuilen tout court vermijdend. Er stond een bord dat de straat zonder einde was gemaakt. Achteloos reed ik aan het bord voorbij, dacht dat het misplaatst was.

Nee hoor. De hoofdweg was opgebroken maar de zijstraat evenzeer. Gelukkig vond ik plaats in de sluipweg om te parkeren en liep het laatste stuk te voet.

 

 

 
Marc Tiefenthal
Marc Tiefenthal
In tijden van toenemende verdomming en groeiend nationalisme is het gepast, ha, erop te wijzen dat Marc Tiefenthal gemakkelijkheidshalve kan worden gecatalogeerd als Belgisch dichter, die zowel in het Nederlands als het Frans schrijft. In diezelfde context, stijgende verdomming en toenemend nationalisme, vraagt menigeen zich af waar de dichter verblijf houdt. Daar hij op twee plaatsen in de wereld verblijf houdt, dit is bilokaal woonachtig, heeft hij op het Groot Smoelenboek van de heer Sukkelberg, voor de lol Bobigny als woonplaats opgegeven. Kom hem daar maar niet bezoeken. Evenmin als in Menen, Ieper, Leuven, Bossière, Brussel, Antwerpen noch Temse, waar hij ooit gewoond heeft.