Voor Koen Broucke

 

Het zou er wel eens niet kunnen naar uitzien, al zien we er nog zo hard naar uit. Of niet kunnen van komen. Dat krijg je als je het avontuur opzoekt.

Zoeken we dan wat dan ook op? En dan nog. Niets eens lusteloos slenteren we verder. We slenteren, we jutten. Al dan niet langs het strand. Zo te zien zien we nergens nog naar uit. Soms rapen we iets op. Nooit eens een pak cocaïne. Een enkele keer een schat, die we daarna begraven in de tuin.

Zelf draag ik er graag zorg voor dat de aard en de plaats van de schatten gedocumenteerd worden en verberg ik dat document op een plaats die de overheid niet kan vinden bij huiszoeking maar een enkele nakomeling wel, via een verwijzing in mijn testament.

Om geen aangifte te moeten doen benoemen we onszelf tot kunstenaar. Soms is het niet nodig en zijn we al kunstenaar. We ontlopen ook netjes de inkomensbelasting als we onze schatten tijdig begraven. Daarom, moeder, graven wij.