Ik ben het niet echt kwijtgeraakt, het noorden, maar het beperkte zich tot Zeeland. Het noorden van het Waasland ontdek ik thans mondjesmaat. Dank zij het virus. Met de fiets reed ik nooit verder dan de expressweg E34. Aan de overkant ervan ligt Doel, daar ben ik twee keer geweest.

Het virus nu heeft een bres geslagen in de kennis van vele leerlingen. Hun school ging op slot, het onderwijs gebeurde ondermaats op afstand. De leerlingen leerden niets.

Nu komt die lacune boven, nu het onderwijs herneemt en testen en examens faliekant blijken. Om  die leemte te vullen doen sommige intelligente ouders een beroep op privé leraars voor bijles.

Zo belandde ik een tweetal maanden geleden in  Kallo. Sinds deze week ook in Verrebroek. Het zijn twee dorpen die aanschurken tegen de Waaslandhaven, de Schelde dus.

Ik loop niet meteen storm voor het noorden van het Waasland. Wel ken ik van dat land zo stilaan alle hoeken. Ik raak het dan ook niet meteen kwijt.

 
Marc Tiefenthal
Marc Tiefenthal
In tijden van toenemende verdomming en groeiend nationalisme is het gepast, ha, erop te wijzen dat Marc Tiefenthal gemakkelijkheidshalve kan worden gecatalogeerd als Belgisch dichter, die zowel in het Nederlands als het Frans schrijft. In diezelfde context, stijgende verdomming en toenemend nationalisme, vraagt menigeen zich af waar de dichter verblijf houdt. Daar hij op twee plaatsen in de wereld verblijf houdt, dit is bilokaal woonachtig, heeft hij op het Groot Smoelenboek van de heer Sukkelberg, voor de lol Bobigny als woonplaats opgegeven. Kom hem daar maar niet bezoeken. Evenmin als in Menen, Ieper, Leuven, Bossière, Brussel, Antwerpen noch Temse, waar hij ooit gewoond heeft.