Ze stapt uit de supermarkt, loopt naar het park verderop, gaat zitten op een bank. Ze draagt haar kortste rokje en een witte bloes zonder beha. Haar krulhaar is nog wat verward; niemand echter merkt het echt. Allicht ruikt ze nog naar kutsap.

Toch houdt niemand halt.

 

Verderop zit een man op een andere bank. Hij leest een boek.

Verder gebeurt er niets.

Ze zucht diep, staat op en loopt verder. Ze verlaat de begane betonnen grond en kiest het pad. Om een haas te zien lopen?.

 

Uit het bos aan de overkant van de visvijver loopt een ree. Bij de beek staan twee fietsen. Er zit een man op een bank. Iets verderop heeft een vrouw in de wei zopas haar gevoeg gedaan.  Zou er verder nog iets gebeuren of te gebeuren staan, terkwijl¤ ze rustig doorstapt?

 

¤ Hier staat met opzet een letter te veel. Veel plezier.

Stukje geschreven onder het fietsen 

 
Marc Tiefenthal
Marc Tiefenthal
In tijden van toenemende verdomming en groeiend nationalisme is het gepast, ha, erop te wijzen dat Marc Tiefenthal gemakkelijkheidshalve kan worden gecatalogeerd als Belgisch dichter, die zowel in het Nederlands als het Frans schrijft. In diezelfde context, stijgende verdomming en toenemend nationalisme, vraagt menigeen zich af waar de dichter verblijf houdt. Daar hij op twee plaatsen in de wereld verblijf houdt, dit is bilokaal woonachtig, heeft hij op het Groot Smoelenboek van de heer Sukkelberg, voor de lol Bobigny als woonplaats opgegeven. Kom hem daar maar niet bezoeken. Evenmin als in Menen, Ieper, Leuven, Bossière, Brussel, Antwerpen noch Temse, waar hij ooit gewoond heeft.