Ik zie door de bomen het bos niet meer op tijd
zie alleen de handen voor de ogen
Zelfs als ik door een helder halfvol glas kijk
Ik ben de weg weer kwijt
Ik ben de weg weer kwijt.
Ik voel tegenzin als ik de planning van de dag voorbereidt
Ik heb wat ik zeg wel gewikt maar niet gewogen
Sta dan soms uit trots niet aan de kant van het gelijk
Ik ben de weg weer kwijt
Ik ben de weg weer kwijt.
Waar deze weg me heen voert
weet alleen degene die hem legt
en ik heb toch ergens het idee
Ik ben die niet echt
Vergeet alsjeblieft maar wat ik net heb gezegd
Ik weet het ook niet, ik weet het ook niet.
Ik heb het spoor van kruimels opgegeten
Er is dus geen weg terug, alleen vooruit
Maar wie wil er ook met Roodkapje hebben ontbeten?
Die is de weg steeds kwijt
Ik ben de weg weer kwijt.
(refr.)
Ik heb wel veel nagedacht
over hoe ik van hier naar daar kan komen
maar heb maar niet teveel van mij verwacht
Ik heb in de mist weer lopen dromen.
(refr.)
Reactietjes