KutBinnenlanders.nl

Dag: 25 mei 2012

Homo Telepathos
0 (0)

Telepathie hoeft niet meer. Toen ik jong was werd je ermee doodgegooid: telepathie hier en telepathie daar, in boeken, in films, en in de conversaties van mensen. Zooo 20ste eeuw! Volkomen passé.

Nu hebben we het mobieltje. Razend op weg naar telepathische mogelijkheden. In afwachting van de geïmplanteerde chip kan de telepathiepionier alvast zelf zijn mobieltje onder zijn huid naaien. Gewoon een kwestie van een stanleymesje nemen, in de wodka doppen, een ondiepe snee van 3 cm maken, het mobieltje eronder wriemelen, en daarna dichtplakken met secondelijm. Een gaatje of twee open laten voor een beter geluid is geen slecht idee. Zolang de toetsen nog digitaal (in de letterlijke betekenis van het woord, met de vingers dus) geactiveerd worden, zal men de cijfers/letters op de huid moeten tatoeëren of hun positie uit het hoofd leren. Maar er wordt hard gewerkt aan een versie waarbij je alles kunt inspreken.

Nu de telefoontjes nog enig formaat hebben zul je een strategische plek moeten zoeken. Bij vrouwen in plaats van borstimplantaten bijvoorbeeld. Al zal het even wennen zijn om meiden in het openbaar konstant op hun boezem te zien trommelen. Voor de heren kunnen de apparaatjes in serie op de buikspieren aangebracht worden: de coolste versie van het sixpack.

Je ziet ze nu al volop op straat, de voor zich uit pratende mensen. Eerst dacht ik dat ze psychic waren, geconnecteerd met voor de rest van ons onhoorbare golflengtes. Maar nee. Ze waren gewoon aan het telefoneren. Als ze straks massaal mijn aanwijzingen volgen hoeven ze geen externe items meer mee te zeulen. Ze zullen ermee naar bed gaan en ermee opstaan, en verkeren in een blijmakende staat van eeuwige communicatie. Als kers op de taart zullen ze, als de moderne credit cards die ze geworden zijn, ongehinderd doorlopen bij de kassa, en hun parkeertarieven afrekenen zonder omweg naar de zuil.

Hofnar van de ondergang (27)
0 (0)

 
Uit haar handtas toverde ze een versleten portemonnee tevoorschijn. Ze zwaaide ermee naar de barman, die stellig nee schudde met een blik die verried dat hij haar kende. Met een zucht legde ze de portemonnee voor haar neer en vouwde hem open. Diederik zag meteen al dat er geen biljetten in zaten, en zo te horen zelfs geen muntgeld. Het zwaaien ermee dat de vrouw gedaan had, riep dan ook enkel vraagtekens bij hem op.

Ze toonde een foto die in de portemonnee zat. “Loek, dis maai dotter. Dis maai dotter.” Diederik knikte, afwisselend naar de vrouw en naar de foto van een achtjarig meisje. We hebben hier te maken met een dotter, naar beweren, dacht Diederik. Dotter dibber daboe badaboe doebiedoebie da wop wop woe. Veel tijd kreeg de innerlijke stem niet, want de vrouw barstte in luid huilen uit. Ze liet daarbij de foto vallen. Diederik haastte zich om deze van de barvloer op te rapen en terug te geven. Ze snikte en veegde een oog uit. “Denk joe. Joe verrie frendlie mèn.”

Voor hij een erkentelijke glimlach op zijn gelaat kon laten verschijnen, begon ze honderduit uit te weiden over haar dotter. Een vondeling in een tijd van wolvenroedels, dacht Diederik. Moeder was al enkele jaren gescheiden van haar man en was daar duidelijk de voogdij van haar dotter bij kwijtgeraakt. Sterker, ze zou het land uitgezet zijn. Maar ze was gewoon niet gegaan, en was op straat gaan leven. Zo zag ze af en toe haar dotter nog. Van een afstand, bespiedend. Diederik deed zijn best zijn gezicht niet al te erg te laten betrekken, maar de avond verloor ras haar smaak, als een bak zompige cornflakes. Een treffen met de snijbonen in de ziekenhuismaaltijd, dacht Diederik.

Toen ze begon over dat haar ex-echtgenoot zeer vermoedelijk zich met de regelmaat van de klok aan dotterlief vergreep, trok Diederik het niet meer. Ik ben geen pingpongtafelnetje, dacht hij bij zichzelf. Voor hij iets kon zeggen of doen echter, was de ongeduldige barman al vanachter zijn toog aan komen lopen. Hij greep hardhandig de vrouw bij de arm en riep: “En nou hoepel je op. Het is iedere keer dat gezeik met jou, opsodemieteren !” De vrouw gaf een hoogdramatisch gejammer ten gehore en poogde zich te laten vallen, maar daar trapte de barjongen mooi niet in. In rap tempo werd ze de deur uitgewerkt. Opgelucht nam Diederik waar dat de foto van de dotter toch niet als vergeten achtergelaten was. Desalniettemin zat hij nu daar met een moerassig gemoed. Hij nam een slok van zijn bier.

Een stralende grijns aan de andere kant van de bar scheen zijn kant op. Het viel hem nu pas op. Hij kneep zijn ogen samen en herkende de vrouw die hem daar zat aan te lachen. Hoe lang had ze daar gezeten, en hoeveel had ze opgemerkt?

© 2025 KutBinnenlanders.nl

Theme by Anders NorenUp ↑