Iedere gozer die zoals ondergetekende in de kleurrijke jaren tachtig – jaren van schoudervullingen, ontplofte kapsels, nederreggaecult en vermaarde discoclips – een tiener was, zal zich nog wel de twee stoten kunnen herinneren, die in dat decennium de (inter)nationale bioscoopdoeken opsmukten, met hun ongebreidelde sexappeal: de juffrouwen Kim Basinger en Kathleen Turner. Ja, menig (onder)laken in menig puberslaapkamer – ik geef toe, ook in mijn slaapstulpje – zal in die jaren bevlekt zijn geraakt, ten gevolge van uit de ‘hand’ gelopen tienerfantasieën, na het zien van één van de twee eerdergenoemde dames in de bioscoop.

Natuurlijk, die twee waren dé cinematografische seksbommen van hun tijd. Toch knaagt iets aan mij, wanneer ik met generatiegenoten nog weleens wil terugkijken op die opwindende jaren, en zij steevast met deze twee ‘erotische grootheden’ komen aandraven.

Er was nóg een dame die mijn tienerhart in die dagen op hol deed slaan: mevrouw Anne Archer, de actrice die in de inmiddels klassieke stalkerfilm uit 1987, Fatal Attraction, de echtgenote speelt van Michael Douglas, en geterroriseerd wordt door de gruwelijk waarachtig spelende Glenn Close. Voor mij, jonge, ongerepte knaap die ik toen was, was zij het ultieme schoolvoorbeeld van de klassieke brunette schoonheid: een glimlach om bij te likkebaarden, een volle bos bruine krullen om in te verdwijnen, en een lichaam om oneindig ‘gymnastiekoefeningen’ mee te doen…

Zelden kwam ik als puber dichter bij het beeld van de ‘ideale vrouw’, als toen ik deze dame ten eersten male in de bioscoop aanschouwde. Mijn popcorn snoepende vriendinnetje, Madeliefje, verbleekte volledig naast de engel op het witte doek, en de erectie die ik de gedurende de hele film in mijn broek voelde, was gewijd aan de Hollywood-actrice, niet aan het ranke, niet superknappe ding naast me, met wie ik ‘liep’, min of meer bij gebrek aan beter.

Des te groter was onlangs mijn teleurstelling toen ik in een opwelling – wellicht als gevolg van het feit dat de onderhavige stalkerklassieker weer op tv te zien was geweest – via het net ging navorsen, wat er eigenlijk geworden was van deze mevrouw Archer: zou ze zoveel jaar na dato nog steeds die krachtige, intrinsieke schoonheid bezitten, die mij destijds omver wist te werpen?

De teleurstelling was enorm. Wat bleek: de actrice had haar gezicht volledig laten dichtplamuren. Een strak gezicht keek mij aan, iemand van in de zestig die bang is om ouder te worden, en haar façade had laten ‘verminken’ tot dat van een veertigjarige. Zoals dat in Hollywood gemeengoed is voor dames van boven de vijftig, zestig… of moet ik tegenwoordig zeggen: voor dames van boven de veertig, dertig, twintig…

Hevig ontgoocheld zette in mijn pc af. Waarom doen mensen dat toch: hun hele leven, hun geschiedenis, hun gevoel, karakter, eigenheid, dat alles zichtbaar in de speelse rimpels op hun gelaat, laten vernietigen door een ‘plastische slager’ (esthetische beul) die er goud geld mee verdient?

Het failliet van Hollywood.

 
Soul Food
Soul Food
In the early seventies, mister Soul Food (born ‘Seelefutter’, Frankfurt am Main, May 5 th 1955) maintained an intense friendship with Long Island-raised, American popmusician Lou Reed.
As a kind of a tribute to his German-born apprentice, the NYC-man Reed dedicated one line of his famous song Walk on the Wild Side to mister Seelefutter, which means ‘Soul Food’ in English:
‘Looking for Soul Food and a place to eat’. (second line of the forth stanza.)
Since that time, Seelefutter strolls through life as his alter ego ‘Soul Food’. Under this name, the bloke produced some of the most enticing blogposts ever composed, which can all be found on our website.
In recent years, Soul Food received several extremely prominent, international blogawards.
For example: The 2007-edition of the ‘Blog your ass off-award’, probably the most notable honour a blogging creature on the surface of the world can possibly gain.
© Soul Food, all rights reserved