De grote schrijver Ko te Let zag vanachter zijn raam de erven van Linda met een pannetje soep aan komen lopen. Ze ploegden door het zand en gingen bijna onderuit toen ze in een kuil stapten. Met de grootste moeite konden ze het pannetje soep boven hun hoofden recht houden. Ko zag het gebeuren door de kier in de gordijnen. Hij was blij dat hij veilig binnen was. “Dat krijg je er nu van”, bitste hij tegen de vitrage.

Omdat Ko nu al drie maanden noodgewongen binnen moet blijven door de opgebroken straat, brengen de erven van Linda hem iedere dag een pannetje soep. Ko vindt er niks aan. Het is kutsoep. Smakeloos, bijna geen ballen. Bij het doorslikken plakt de vettige substantie aan zijn gehemelte. Hij poept er bovengemiddeld dun van. Hoe moeilijk is het nou helemaal een behoorlijk pannetje soep te maken?, vraagt Ko zich af. Hij heeft de erven van Linda zat handige tips aan de hand gedaan. “Meer ballen en meer zout er in, erven. Méér ballen en zout”, murmelde hij. Maar nee hoor, die soep blijft pet. En nu komen de erven daar weer aanwaggelen met een hoeveelheid lauw slootwater.

De soep zit vol groene dingetjes. Er zit geen letter letterminestrone in, maar stukjes prei, wortel en meer van dat groenspul. Met kleffe gehaktballetjes die uit elkaar vallen voor Ko ze kan opeten. Is het nu zo véél gevraagd om balletjes te draaien die intact blijven in de soep. Hij heeft een verschrikkelijk hekel aan balletjes die op zijn lepel verbrokkelen. Bahbahbah. Bij de gedacht aan een volle lepel van de drab wilde hij de gordijnen dichttrekken en zich onder de vensterbank verstoppen.

Ko mist zijn moeder. Kon zij nog maar zijn kostje koken! Dat was tenminste een echte huisvrouw. Die kon toveren met de potten en pannen. Ko woonde tot zijn 45e thuis. Tot zijn moeder bij een fataal strijk ongeluk het leven liet. Ze kookte Ko’s groenten precies zoals hij het graag had: tot pap. Dat vond Ko lekker makkelijk eten. Zijn moeder vond altijd het altijd leuk om Ko te voeren als een peuter. Brrrroemmm daar komt het vliegtuig. Toet toet hier is de vrachtwagen. Tjoeke tjoek daar komt de chemietrein. De grote schrijver liet haar begaan. Hij hield zielsveel van zijn moesje. En van prakken.

Daar kwamen de erven van Linda. Door alle overpeinzingen die Ko had gedaan, was het te laat voor hem om zich te verstoppen. De erven van Linda hadden hem al gezien. Ze zwaaiden enthousiast de groene soep klotste uit de pan. Ko voelde zich een beetje ziek worden. Trrrrring. Daar ging de bel. “Nou zul je het hebben”, fluisterde hij naar de deur sloffend. Hij opende de deur met een ferme ruk. “Hmmm lekker soep!”

Wordt vervolgd lieve lezertjes.

 
Gerrie S. Veters
Gerrie S. Veters
Man (32 en/of ouder).
Zie @Elagabalus_