KutBinnenlanders.nl

Auteur: Marc Tiefenthal (Page 3 of 18)

In tijden van toenemende verdomming en groeiend nationalisme is het gepast, ha, erop te wijzen dat Marc Tiefenthal gemakkelijkheidshalve kan worden gecatalogeerd als Belgisch dichter, die zowel in het Nederlands als het Frans schrijft. In diezelfde context, stijgende verdomming en toenemend nationalisme, vraagt menigeen zich af waar de dichter verblijf houdt. Daar hij op twee plaatsen in de wereld verblijf houdt, dit is bilokaal woonachtig, heeft hij op het Groot Smoelenboek van de heer Sukkelberg, voor de lol Bobigny als woonplaats opgegeven. Kom hem daar maar niet bezoeken. Evenmin als in Menen, Ieper, Leuven, Bossière, Brussel, Antwerpen noch Temse, waar hij ooit gewoond heeft.

Identitair nee elitair ja

 

De ontzetting neemt ongewone proporties aan en dreigt alles van de kaart te vegen. Sneller dan de stijging van het zeepeil als gevolg van de opwarming van de aarde. ‘Ik ben helemaal zus, ik zeg zomaar iets, Proximus, of ING of Orange. Zelden Scarlet. Soms Vodafone of zo.

‘Hallo, goede middag, ik ben ontzettend Vodafone. En U?’

‘Ik ben helemaal niet wat u wilt. U mag de boom in, ga uw boomgang.’

Zo stel ik me het zogenaamde identitair debat voor. Zo krijg je het echter niet te zien of te horen op de treurbuis of in de sociale media. Ik doe het dan maar hier voor de fijnzinnige lieden die deze ultra korte kortverhalen tot zich nemen.

Ik ben ontzettend kort van stof.

 

Hoe voorkom je een punthoofd?

 

Draag altijd je hoed op de juiste plaats.

Maak niet voortdurend je punt, zwijg ook eens en luister.

Trek steeds je kousen uit vooraleer je een bad neemt.

Zorg dat je fris en monster opstaat uit de slaap. Eerder dan uit de dood.

Schop nooit harder dan nodig om een blik te werpen.

Laat je gemoed twee keer of meer per jaar overlopen.

Blijf weg van Twitter.

Laad de batterij van je fiets tijdig op, liefst niet als de wasmachine draait of je een ovengerecht bereidt. Of die van je auto.

Ga op tijd de deur uit als je je trein wil halen.

Vermijd treurbuiskijken.

 

Des winters als het regent of des zomers desnoods

 

Goed uitgeregend, zonder paraplu, met een hoed op en een warme winterjas aan, stoot hij tegen de deur van de wachtzaal. Het uur is spits, de zaal vol. Geen plaats om te zitten.

Daar komt dra de trein eraan, de zaal loopt leeg, hij kan gaan zitten.

Uit zijn binnenzak diept hij een boekje op, begint te lezen. Een uur later, zijn hoed en jas zijn droog, staat hij op en stapt naar buiten. Het regent nog maar minder hard.

Ik had de hele tijd onder het dak van de fietsenstalling gestaan om de deur van de wachtzaal in de gaten te houden. Ik volg hem meteen. We lopen naar de marktplaats van het stadje. Hij zoekt geen café. Hij stopt voor een vastgoedmakelaarskantoor, kijkt op zijn polshorloge, duwt de deur van het kantoor open, gaat binnen.

Ik weet genoeg.

 

Smaken verschillen

 

‘We zullen het zaakje lekker op smaak brengen’. De kok is in een uitstekende stemming. Het is marktdag, dan loopt zijn eettent vol.

Hij bereidt op zo’n dag twee zaken: soep en een pastaschotel in de oven. De dagschotel. Niets bijzonders hoor. Alleen, zijn soep bevat vier groenten en is op smaak gebracht met vier kruiden, waaronder peper en peterselie. Je zou die soep haast vier op vier kunnen noemen.

Zijn pastaschotel brengt hij op smaak met selder en peper, een snuifje kurkuma, look en koriander.

Op zo’n dag maakt hij evenveel winst als op een gewone week. De drank brengt ook geld in de lade. De mensen rekenen uit hoeveel minder ze betalen op de markt, verteren het verschil in de eettent. Daarna komen de marktkramers. Als je het de kok vraagt, hoe noem je dit, antwoordt hij: ‘de vrije markt’.

 

Streven om te leven en te sterven

 

Valt er hier nog wat na te streven? Toch niet het geluk. Dat is iets waarvoor je in een hinderlaag (minder hinder?) moet liggen, jaren lang. En dat je in een vingerknip weer kunt verliezen. Die vinger is niet altijd van jou.

Geld dan maar. Moet je bergen van hebben. Inflatie haalt die berg onderuit.

Bezittingen. Een unieke bibliotheek met alleen eerste drukken. Veel tijd om die te zoeken heb je nodig, geen tijd haast om ze te lezen. Hebben is belangrijker dan lezen.

Sportwagens uiteindelijk. Ja, dan maar sportwagens, liever dan postzegels. En je dan maar te pletter rijden.

 

Caféblues

 

Koot is een bereisd sportvisser. We kennen zijn beroepsmatige broodwinning niet. In deze herberg spreekt hij enkel over vissen.

Zie hem nu zitten, half in zichzelf gekeerd. Niemand durft hem aan te spreken. Zo zien we hem zelden.

Tot Flor binnenkomt, een pint bestelt en bij Koot aan tafel gaat zitten. ‘Komaan, Koot, kop op, man’. Nog zwijgt Koot. Flor nipt van zijn pint en drinkt ineens een slok.

‘Wat dan speelt er je op? Bijten de vissen niet?’ Eindelijk spreekt Koot. ‘Het is die zure inval in Moldavië. Het is die viespeuk Vladim Putain die niet wil dat we spreken van zijn oorlog in Oekraïne.’

Weer zwijgt hij. Flor heeft echter beet en trekt de buit naar de kant. ‘Zit je daarover te kniezen? Man toch, dat hadden we van jou niet verwacht.’

Koot komt op dreef. ‘Indertijd, in Afrika, kwam ik Putain tegen bij het vissen. We werden kameraden. Nu zijn we geen kameraden meer. Hij heeft helemaal geen kameraden meer. Zelfs niet in China of Noord-Korea.’ Koot drinkt zijn glas in twee teugen leeg, staat op, betaalt en vertrekt.

Misschien vertrekt hij morgen om te gaan vissen.

 

Lachend in beeld

 

Het had veel weg van een schijnproces. Met teeveecamera’s voor de show. De beschuldigde werd gedurende twintig minuten in de behandelkamer opgemaakt om voor de camera’s en, in mindere mate, voor het hof te verschijnen.

Voor de rest was alles voorhanden: de tenlastelegging, enige bewijsmateriaal, een advocaat voor de verdediging, enkele getuigen, publiek, zij het mondjesmaat toegelaten. Technici hadden op wel gekozen plaatsen verlichting aangebracht. Achterin de zaal stond een mengpaneel om het geluid uit de knoopmicrofoons in goede banen te leiden. Bewakingsdiensten waren uitvoerig gebriefd.

Ook de journalisten die het proces bijwonen en verslaan, zijn vooraf voldoende doorgelicht en geselecteerd.

Even verstomde het geroezemoes. Toen klonk de stem van de griffier: ‘Het hof!’. De rechters treden aan. Iedereen gaat staan.

 

Gezond recept

 

Lachgas lijkt vluchtig, luchtig en doeltreffend. Je mag het niettemin niet in je auto vervoeren. Deskundigen van allerlei kunne zijn het er over eens dat als je het recreatief gebruikt, je gezondheid ernstig bedreigd wordt. Misschien krijg je er wel gegarandeerd een dementie van.

Ogenblik! U zegt recreatief. Is dat om te lachen?

Juist. Even toelichten. Als je het gas inademt en goed doorsnuift, door de longen heen naar het bloed toe, weet je wel, beleef je een roes. Haai in de skai, zoals dat vroeger heette.

Dat is echter niet meer om te lachen maar om te ontspannen. Om dan eindelijk toch te kunnen lachen, omdat het spontaan niet meer lukt.

En dat heet een gevaar voor de gezondheid?

Je kan inderdaad beter spontaan lachen, zonder hulpmiddel. Zoals we ooit leerden zweven zonder roesmiddel. Juist. Poëzie dus met een vleug humor.

 

Slim naar Antwerpen

 

Zo heet de webstek die ons, brave en mobiele burgers, wegwijs moet maken in de lez en andere zones. Ik had een opdracht versierd in Antwerpen. Het meest eenvoudige middel om er naartoe te gaan, dacht ik, is de auto. Hoewel ik in Berchem moest zijn, zou ik toch heel even in de lez rijden, wat minstens 35 euro kost. Niet slim zo’n extra tol. Op die webstek vond ik niet meteen een slimme oplossing. Geen alternatieve lezvrije oplossing, geen alternatief. Slim? Ja, zal wel.

Ik dacht ik neem de trein en stap uit in Berchem Station. En dan te voet of met het openbaar vervoer. Niets van. Uitstappen moest ik in het Centraal Station en dan een heel eind terug naar Berchem met de tram. Te gek. Temeer daar de trein hopeloos onbetrouwbaar blijft.

Hoe dan wel? Ik reed met de auto naar Melsele, parkeerde er gratis en nam de tram. Eenmaal overstappen. Trein plus tram zou ongeveer dertien euro kosten. Nu heb ik vijf euro betaald heen en terug. En ik was stipt op tijd. Ben ik dan slim? Die webstek alvast niet.

 

Onwijs hoe het leven

 

Wijd en zijd verspreid over sociale media, met eind-e inderdaad bekt vollediger, liggen vele malen de zinnen van het leven. Levensvisies en dito wijsheden.

‘Als het maar spannend is’, bijvoorbeeld. Tot ze van de spanning in diepe stress vallen en opbranden. Ze zouden beter een spannend boek lezen.

‘Als ik maar passie voel’. Tot ze in een depressie vallen. Er bestaan nochtans boeken genoeg die druipen bij wijze van schrijven van de passie. Ik denk niet alleen aan het Nieuwe Testament, hoor. Wie vol passie leeft zal lijden. Wat dacht je anders dat passie betekent? Juist, lijden;

‘Als het maar opschiet’. Mijn geliefkoosde levenswijsheid. En dan schieten ze maar erop. Ver geraken ze niet. Nog iemand anders immers schiet terug en meestal raak. Dan schiet niets nog op.

Dan worden ze vijftig jaar of zo en zingen: ‘Is dit alles? Is dit alles? Is dit alles wat er is?’ Ja, doe maar.

 
« Older posts Newer posts »

© 2023 KutBinnenlanders.nl

Theme by Anders NorenUp ↑