In 1972 werd er een team gearresteerd wat nergens echt goed in was. Dat team bouwde hun talenten uit. Vervolgens werd het ergens terecht veroordeeld voor oorlogsmisdaden. Toen een ander team uitbrak uit de hoogbeveiligde gevangenis waar ze in zaten, ontsnapten ze mee. Tegenwoordig worden ze nog steeds gezocht, maar een heel stuk minder hard want na ruim veertig jaar is alles wel verjaard. Als je een probleem hebt, als je eigen helden niet toereikend genoeg zijn, en als je kunt vinden, kun je ze misschien inhuren: Het AL-Team.

Als ik ze eindelijk vind, na een cryptische zoektocht langs figuranten, acteurs en verkeersomleidingen, dan zit daar dan ook de leider. Een sigaar te roken. Daar is hij dan: Mister Lee. Met, zonder iets racistisch te zeggen, zijn spleetogen. Mister Lee doet namelijk maar alsof. Hij heet in werkelijkheid Lynch. Althans, naar mijn best kloppende gegevens. Want ook die naam leidt naar een hoop zaken die niet bij elkaar kloppen. En toch lijkt het hem te zijn: de leider van het AL-Team.

Dat laatste bevestigt hij alvast: “Yes yes, the AL-team. Also called the Zed-Team. What do you want with us ?” Hij houdt alles kort en zakelijk. Ik verduidelijk dat ik het verhaal achter het team eens wil uitlichten. Zijn gezicht klaart op. Ja ja, roept hij, een volledige reportage ! Dat hangt vooral van mijn opdrachtgevers af, geef ik voorzichtig aan. Maar het hek is al van de dam: de man wil zijn verhaal doen.

“Het begon met een heel team van helden dat uitbrak, waarna wij ook weggipten,” vertelt hij geheimzinnig. “Zij verdwenen direct in de schimmige wereld van Los Angeles, wij worstelden er wat meer mee. In feite werden we heel snel gevonden door het leger. Maar daar werd ons een nieuwe kans geboden. Door Colonel, euh, laten we hem Lynch noemen.” Snel kijkt Lynch om zich heen. “Geen familie trouwens.”

“Een carrière was al snel gestart: er waren aspirant-helden genoeg, maar weinig tegenstanders. Zonder tegenstanders geen helden. En de helden mochten ook nooit verliezen, want helden verliezen niet. Heel gedoe Dus werden we steeds vaker gebeld, zeker in de jaren ’80, of we tegenstandertje wilden komen spelen. En wij wilden wel.”

Over de afkorting kan hij simpel zijn: “Veel mensen denken dat het met LA te maken heeft, maar we zijn nog eenvoudiger dan dat: ons team is Always Losing. A punt L punt. We verliezen gewoon altijd. We doen heus onze best wel, en je hebt een taaie kluif aan ons, maar uiteindelijk verliezen we. Helden mogen immers uiteindelijk nooit verliezen. En de mensen hebben hun helden nodig. Gouden business.” Hij kijkt even het raam uit. “Na een paar decennia is het wel toevallig dat je hier bent. We hebben net een nieuwe opdracht.” Hij geeft me een schalkse knipoog. “Maar als ik vertel voor wie het is, heb ik teveel gezegd. Nu eigenlijk ook wel, maar dit mag je nog opschrijven. Ik weet echter waar je woont.” Hij steekt een sigaar aan en zegt verstrooid: “Ik hou ervan als een plan faliekant mislukt.”

 
René van Densen
René van Densen
René van Densen (1978) is een cynische dromer, een lachende pessimist, een realistische romanticus, een honklosse kluizenaar, een intelligente mafkees, een bedachtzame schreeuwer, een podiumschuwe polderpoëet, ex-nachtburgemeester van Tilburg, ex-striptekenaar, ex-schrijver, ex-webdeveloper, ex-vuilnisman, ex-kind en ex-volwassene, ex-burger, en kattenpapa van een Gentse terror kitten. Eerste Nederbelg die toetrad tot de Wolven van La Mancha. Maar is uiteindelijk niet zo van de collectieven. U treft hem uitsluitend in vrouwonvriendelijke omgevingen aan, en die nieuwe roman van hem komt ook nooit af. Werd al eens omschreven als "onbegonnen werk" door een prachtige blondine.

www.renevandensen.nl
Meer René op Facebook !