Het hek schuift langzaam piepend omhoog. De spanning stijgt onder het publiek. Ook bij mij. Ik ga het eindelijk met eigen ogen zien. Zou ik kunnen blijven kijken, of zou ik in afschuw het hoofd afwenden ?

Ik ben in Welckenraedt. Niet Welkenraedt, het bekende Belgische treineindstation waarover Yevgueni een mooi dromerig nummer schreef dat de toegevoegde waarde van treuzelen en dwalen verkent. Ik ben in de Nederlandse tegenhanger, in hartje Gelderland. Uiteraard in hartje Gelderland.  Achterhoek. Veluwe. Bible Belt. Men kent hier losbandigheid, discretie en de verloren kunst van bewuste hypocrisie tot in de puntjes.

Aan een ketting wordt het kind naar het midden geleid. Gedwee en geïntimideerd dribbelt het naast zijn begeleider. Ik schat snel dat het kind elf is, maar tegenwoordig kun je daar echt geen peil meer op trekken. Het kind loopt een beetje raar. De ketting wordt vastgelegd en de begeleider maakt zich uit de voeten, voor de honden losgelaten gaan worden. Het gespannen geroezemoes in de arena wordt luider.

Welckenraedt

Probeer Welckenraedt niet te vinden in uw atlas. Het is een publiek geheim. Een vroegere autonome hippie-kolonie, daarna een tijd zigeunerverblijfplaats. Nu gevechtsarena voor kindstrijders. Populair maar zelfs in rechtstreekse omgeving onbekend. Verscholen tussen de bossen. De organisatie is uiterst paranoïde. In het belang van de sport ga ik niet vertellen hoe ik binnen ben geraakt. Laat ik het op toevallige connecties houden.

Terug naar het kind. Het lijkt door te krijgen wat er gebeuren gaat en trekt paniekerig aan zijn ketting. Het gilt een huilende kreet. Gaat door merg en been. Het lijkt een oneerlijke strijd. De honden zijn duidelijk getraind op valsheid en het kind zit ogenschijnlijk weerloos vast aan de ketting. Maar mijn oog valt al op het ruime arsenaal aan wapens dat op de grond ligt. Aha. Niks weerloos. Die ketting dient zodat het wel de confrontatie moet opzoeken in plaats van wegrennen. Anders is er uiteraard weinig sensatie te beleven.

Gevecht

De honden worden losgelaten en stormen op het kind af. In blinde paniek grijpt het kind een ploertendoder van de grond en zwaait naar de snelste hond. Mis. De hond bijt zich vast in een stuk schouder en een luid scheurend geluid klinkt. First blood. Het kind schreeuwt het uit van de pijn en zwaait nog eens. Met een luide piep gilt de hond en maakt zich strompelend uit de voeten, het stuk schouder nog altijd tussen de tanden.

Honden twee en drie schieten op de buik van het kind af, de kwetsbare plek. Maar stijf van de adrenaline van de eerste wonde heeft het kind al enkele dolken van de met zand bedekte bodem van de arena gegrist en is niet bang ze te gebruiken. De honden aarzelen en proberen de armen van het kind dan maar aan te vallen. De spanning in de arena is om te snijden.

Oppassers

Oppassers van de honden cirkelen ondertussen om het gevecht heen met stokken. Mijn connectie leunt zich naar me toe en legt uit dat als de honden té ver gaan, ze van het kind losgeslagen worden. “Je ziet, het zijn geen barbaarse toestanden hier.” Ik knik en blijf in spanning toekijken.

De gevechten duren telkens maximaal vijf minuten. Er wordt telkens een ander kind aangevoerd. “De mensen komen in eerste instantie om de kinderen te zien, de honden zijn bijzaak,” verduidelijkt mijn contact me. Het schouwspel gaat zo een uur of twee door, met rook- en drinkpauzes er tussen.

Tot mijn verbazing lopen er dames hot dogs te verkopen aan het publiek. De organisatie is professioneel aangepakt, dat mag worden gezegd. Ik vraag mijn connectie of ik straks misschien de organisator zou mogen spreken. Natuurlijk, knikt hij. “Dat gaat Saleem zelfs leuk vinden. Ik zal je aan hem voorstellen.”

Maar eerst kijken we de huidige wedstrijd nog even af. Een meisje van amper zes rend gillend van de honden weg. Het kan nooit lang duren, ze heeft geen enkel oog voor de wapens. “Ik heb op deze ronde geld staan,” verduidelijkt mijn gezelschap mij waarom we specifiek dit kansloze schouwspel nog even blijven bekijken.

Saleem

Saleem blijkt een aimabele man, wat een zoveelst onverwacht contrast is vandaag. Corpulent, vrolijk, pretoogjes. Hij schudt me warm de hand en biedt me wat te drinken aan. Vroeger was hij uitgever. Erotische verhalen. Puur tekst. Maar risqué want over kindjes. Weerloze kindjes die in allerlei fantasieën blootgesteld werden aan seksueel opgewonden volwassenen. Het is moeilijk voor te stellen dat dit ooit bestond. Sinds het verbod op dergelijke gedachten is het, voor zover wij weten, helemaal uit de maatschappij verdwenen.

“Er zat geen geld meer in mijn specifieke niche van literaire erotica. Gelukkig kwam ik met mijn zakenlijk instinct al snel deze business op het spoor. Volledig legaal. Fantaseren over kindjes mag niet, maar vechtende kindjes mogen natuurlijk wel. Ik draai winsten die ik heel mijn leven nog niet durfde te verwachten te draaien. Ook via het internet, uiteraard. Per webcam zenden we de wedstrijden uit en bieden we de mogelijkheid tot weddenschappen. Ik wil niet direct cijfers noemen maar laat ik stellen dat er schokkende bedragen in omgaan.”

‘Volledig legaal’

En de wet ? “Zoals ik al zei, volledig legaal. De PvdD ziet van tevoren toe op hoe we de honden behandelen. We gebruiken humane trainingstechnieken, ze worden volstrekt niet mishandeld en goed verzorgd. De valsheid is vooral genetisch, daar heeft de Partij van de Dieren volstrekt geen probleem mee. Ook na de gevechten worden de honden medisch goed verzorgd en vertroeteld. Men is er niet helemaal blij mee maar onder deze voorwaarden wordt de sport gedoogd.”

Kindjes

Ok. En de kindjes ? “Die worden geleverd vanuit stromingen in de maatschappij. Zonder dwang, door de families zelf. Tegen ruime betaling, uiteraard. Binnen dit soort families is het uitleveren van nageslacht voor financiëel gewin niet ongewoon, snapt u.”

Ik trek een wenkbrauw op. Dit verrast me. Moslimkindjes ?

Saleem lacht geheimzinnig. “Dat gaat u mij niet horen zeggen. Dan krijg ik het meldpunt discriminatie op mijn dak. Waarom wel kindjes van het ene geloof in de ring, en niet de andere, dat soort gedoe. Laat ik voorzichtig stellen dat zolang de PVV in de regering zit, deze praktijken volledig legaal blijven. In lijn met diverse beleiden. Een goed verstaander, half woord, snapt u ?”

Ik schud hem de hand en vertrek. Nog even loop ik verdwaasd rond op het terrein, pogend het verbijsterende contrast van deze plaats te bevatten. Een korte wandeling in de verkeerde richting brengt me op een kleine open plaats in het woud. Daar staat nog een oude hippie-caravan. Het ‘peace’ teken is verbleekt en verschilferd.

Noot: Dit artikel was geschreven voor Humo, die dit echter weigerden te publiceren. Hun officiële commentaar luidde “Uw zogenaamde hippies in Welckenraedt waren in werkelijkheid langharige proto-anarchisten. Dit was slechts de eerste onwaarheid die we in uw artikel konden ontdekken.”

 
René van Densen
René van Densen
René van Densen (1978) is een cynische dromer, een lachende pessimist, een realistische romanticus, een honklosse kluizenaar, een intelligente mafkees, een bedachtzame schreeuwer, een podiumschuwe polderpoëet, ex-nachtburgemeester van Tilburg, ex-striptekenaar, ex-schrijver, ex-webdeveloper, ex-vuilnisman, ex-kind en ex-volwassene, ex-burger, en kattenpapa van een Gentse terror kitten. Eerste Nederbelg die toetrad tot de Wolven van La Mancha. Maar is uiteindelijk niet zo van de collectieven. U treft hem uitsluitend in vrouwonvriendelijke omgevingen aan, en die nieuwe roman van hem komt ook nooit af. Werd al eens omschreven als "onbegonnen werk" door een prachtige blondine.

www.renevandensen.nl
Meer René op Facebook !