Op de achtste dag van Prozacstad was hij er plots, en hij is nooit meer weggegaan. De minst spraakmakende schrijver ter wereld. Hij was een trotse Prozacstadbewoner en liet dat merken door overal zoveel mogelijk aanwezig te zijn. Maar niet té aanwezig. Men zag hem altijd maar vond niet veel van hem. En zo werd en bleef hij de minst spraakmakende schrijver ter wereld.
Wat hij schreef, was van hetzelfde kaliber. Overal verscheen het. In elk lokaal tijdschrift of dagblad, in boekhandels, plots in je eigen boekenkast voor je het doorhad. En doorhebben had je het niet zomaar want het werk was transparant, kleurloos, smaakloos. Je kreeg er geen grip op en het was vergeten voor je het uitgelezen had. De minst spraakmakende schrijver ter wereld voer er nochtans wel bij – bij elk optreden maakte hij nét genoeg indruk dat hij het publiek subliminaal tot het kopen van bundels kon aanzetten. En zo stond menigeen, zeker rond de feestdagen, verbaasd dat ze zowaar ook werk van de minst spraakmakende schrijver ter wereld in hun kast hadden staan. De meesten vroegen zich af wie deze man, uiteraard was het een man, ook alweer was.
De stedelijke overheid was evenwel in haar nopjes met de minst spraakmakende schrijver ter wereld. Hij verhief geen verstorend stemgeluid, hij prikkelde geen verregaande verbeelding en hij roerde niet op. De minst spraakmakende schrijver ter wereld was als hondepoep onder je schoenzool op maandagochtend, je erkende zijn aanwezigheid en ging door met je leven. Passend kreeg de minst spraakmakende schrijver ter wereld een prijs uitgereikt door de burgemeester van Prozacstad. Even maakte de minst spraakmakende schrijver ter wereld zich zorgen of dit hem spraakmakend zou maken, maar hij kun gerust zijn. Het was de minst spraakmakende prijs ter wereld.


Geef een reactie