KutBinnenlanders.nl

Tag: Proza

Kutjes

Ik weet niet wat iedereen zo prachtig vindt aan een kut. Het is een gat met flabbers. Ik heb niks tegen dat gat, noch de flabbers, samen zijn ze erg fijn in gebruik. Maar esthetisch is het niet iets om in te lijsten. Ze zijn niet lelijk, ze zijn er, gewoon. En niet dat ik pikken wel zo prachtig vind, dat is nog een ander verhaal, wellicht voor later. Maar ik voel me zeker genoodzaakt mezelf te verdedigen bij de mening dat kutjes eigenlijk weinig indrukwekkend zijn.
Continue reading

 

Rommelmarkt

’s Nachts hadden ze er plots wakker van gelegen. Want stel je voor. Het was niet het ‘markt’ dat een probleem was. Integendeel. Dat was wat het zo’n goed idee leek. Het huis moest toch dringend opgeruimd worden, en als je dan nog wat terug kunt verdienen op de dingen die je anders zou wegsmijten, des te beter. En je doet er ook nog een ander een plezier mee. Dus toen aangekondigd werd dat er een grote rommelmarkt in de straat kwam, hadden ze zich meteen ingeschreven. Maar nu dus wakker. Om het ‘rommel’-gedeelte.

Want straks, vanaf 8:00, zit je daar, voor je huis. Je woning. Met je hele hadden en niet meer houwen uitgestald. Je hebt zo je best gedaan. Op een prachtige gerenoveerde gevel. Een perfect bijpassende deur, in een fris verflaagje. Je loopt er altijd, misschien niet mega modieus, maar toch netjes bij. Haartjes keurig geknipt. De hele buurt weet, hier woont een keurig mens. Maar zometeen ziet de hele straat je shit. Je troep, je schaamte, je rommel.
Wat zouden ze wel niet denken ? Het léken zulke keurige mensen…. Nee, dat gaat echt niet. Resoluut staan ze op en trekken de rommel de gang uit, terug de living in.
Continue reading

 

Pojng

Alles wil ik weg. Alles. Ook trampolien. Jij trampolien ?
Waffor trampolien ?
Gewoon, trampolien. Trampolien trampolien.
Groot trampolien ?
Grote trampolien.
Hoe groot, groot ?
Gróóót trampolien.
Jama hoe groot trampolien.
Gróót, gróót trampolien.
Niet té groot trampolien ?
Gewoon, gróót trampolien.
Wel gewoon trampolien ?
Ja, gewoon, groot trampolien.
Hm.
Zo van pojng pojng trampolien.
Jaja ik weet, trampolien, trampolien.
Ja jij willen trampolien of niet, nu zeggen.
Hm.
Ies gratis, he, graties gróót trampolien.
Jij komen brengen ?
Zot, ik wil weg hebben, jij halen, kom, gratis trampolien, wij gaan nu, kom.
Hm.
Alé kom, gratis pojng pojng. Is groot. Is echt trampolien. Jij zien.
Pasta in mijn living ?
In je living, in je voortuin, op je slaapkamer, pojng pojng pojng trampolien, kom.
Pojng pojng ?
Groot pojng pojng.
Hm.

 

Kristen Scott

De nog onbekende jonge schrijver F. Dans (59) legt momenteel de laatste hand aan zijn/haar/hun koortsachtige debuutroman ‘Mij treft nog altijd blaam’. Kutbinnenlanders.nl verwierf het exclusieve recht op de publicatie van elf voorproefjes.

Kristen Scott

Ik trek me af op Kristen Scott, heb weer eens zin in die doordeweeksheid van haar. Gewoon, Girl Next Door… Even aanbellen. Tring.
Eerst is ze in de weer met vijf piemels. Eigenlijk ben ik niet van de gangbangs, maar haar strakke kont en kleine rechterborst zijn en profil fraai in beeld. Bovendien gaat aan deze clip van PrincessCum.com een sympathiek interviewtje vooraf, waarin Kristen (26) weer zo grijpbaar en goedlachs is. Ze vertelt dat ze aan Lake Tahoe heeft gewoond met haar ex-vriendin, een cis-vrouw. Prachtlocatie natuurlijk, maar hun gehorige appartement is geen bijster ideale plek om je seksleven ongegeneerd vrij baan te geven.
Lachend: “Lots of elderly people lived there and I could always hear them snoring while watching TV.”
Continue reading

 

Normaal doen

Het was een lange dag geweest en het regende enorm. Dit zijn geen uitvluchten. Enkel feiten. Just the facts, ma’am.
Ik schoot tussen de druppels op het stoplicht af, dat hopelijk, kom op, hopelijk toch, toe nou, jaaaaaa, op groen zou springen. Mijn broek nat. Aan het andere stoplicht lag iets op het fietspad, zag ik van ver. En er stond iemand naast. Ik raasde er op af en omheen. Het was een man, ouder, donkere huidskleur, grijpend naar zijn hoofd. Paraplu ernaast. De persoon er naast was een jonge man. Hij belde een nummer op zijn mobiel. Ik raasde door. Continue reading

 

Zwartepietengezeur

Als klein mannetje, ruim dertig jaar geleden, was ik als de dood voor Zwarte Piet. Sints knecht stak naar verluidt kinderen in zijn jutezak om mee te nemen naar Spanje. Toentertijd was het nog oké om kinderen met een dergelijk pressiemiddel in het gareel te houden. Deze kinderontvoerder droeg toen nog wel een roe bij zich maar deze werd niet meer gebruikt. Dat gegeven is voor mij hét bewijs dat de sinterklaastraditie toen al aan het veranderen was, zoals alle tradities evolueren met het verstrijken van de tijd. Ruim een eeuw geleden was Zwarte Piet nog een demonische knecht van een kinderlievende doch strenge Sint en vervulde kinderen met huiver. Met ontvoering en mishandeling in het vooruitzicht gedroeg je jezelf wel. Sindsdien is er veel veranderd. De pedagogisch verantwoorde knal voor je harses is mettertijd getaboeëerd en sedert die tijd proberen ouders de dialoog aan te gaan met hun verwende ettertjes; de leren riem en de roede worden gespaard. Continue reading

 

Treinergernissen

Wanneer je net als ik dagelijks met de trein reist is het moeilijk geen ergernissen te ervaren of irritaties te voelen. Is het niet ProRail, zijn het de Nederlandse spoorwegen óf de medereizigers. Eén week forenzen zónder ergernissen en irritaties is míj in ieder geval nog niet gebeurd sinds december 2014!

Nu zou je kunnen concluderen dat ik wellicht een geacideerde zeikerd ben óf dat reizen met de trein per definitie ernstig bloeddrukverhogend werkt; dit vanwege de absoluut incompetente én abominabele organisatie door ProRail én de NS. Wellicht zal menigeen mij kwalificeren als een zure zemelaar, doch kan ik daar geen moment van wakker liggen.

Continue reading

 

Zondvloedregenbui boven Eindhoven

Wanneer een grote regenbui de zuidelijke Nederlanden teistert. Ben ik één der vele fietsers die zich door de straten van Eindhoven beweegt op weg naar het station om na een dag lang te hebben gewerkt weer terug naar Tilburg te gaan. Een vrouw leert dankzij mij een heel belangrijke les: verkeersregels gelden óók wanneer het hondenweer is.

Wanneer ik vertrek van m’n werk is het nog droog. De wolken zien er dreigend uit maar ik wil naar huis. Dus fietsen maar.

Al snel voel ik de eerste kleine druppeltjes. Eerst op mijn kale hoofd,  maar dan vormen zich de eerste donkere plekjes zich op mijn broek. Ik ga een versnelling hoger (lees: ik ga harder trappen) maar een regenbui blijf je niet voor.

Het gaat steeds harder regenen en voor ik het goed en wel besef regent het alsof de zondvloed weldra zal aanvangen.

Door dikke koude druppels, aangezwierd door de wind, word ik genadeloos gegeseld. Hier en daar lijken kleine hagelstenen zich in deze waterzweep te herbergen welke als enig doel hebben mij te tergen.

De Eindhovense verkeerslichten zijn volgens mij ooit ingesteld door een middelmatige eerstejaarsstudent planologie en verkeerskunde lijdend aan dyscalculie met een ernstig motivatiegebrek.

De verkeerslichten in Eindhoven zijn normaliter al een bron van tenenkrommende ergernis maar op dit moment zou ik uit pure frustratie mijn haren uit het hoofd kunnen trekken. Door gebrek aan haar op mijn edele scalp lijd ik in stilte terwijl ik wacht op het groene licht.

Uit voorzorg heb ik reeds enige afstand genomen van de almaar groter groeiende plas hemelwater voor mij alwaar sommige automobilisten zonder enige terughoudendheid, kennelijk met enig sadistisch genoegen, doorheen rijden.

Wanneer het licht op groen springt moet ik die grote plas trotseren met als gevolg dat mijn sokken ineens kleddernat zijn. Een obscene krachtterm springt van mijn lippen. Maar ik fiets stoïcijns verder.

Niet lang daarna komt het centraal station van Eindhoven in zicht. Velen hebben hun toevlucht gezocht onder afdakjes en overkappingen. Ik ga verder; immers ik ben toch al nat.

Naast mij rijdt een vrouwspersoon. Haar gelaat ingesnoerd in de zuurstokroze capuchon van haar jas die zij strak heeft aangetrokken. Aangezien haar snelheid in mijn optiek té laag is besluit ik haar te passeren.

Juist op dat moment besluit zij naar links te willen afslaan zonder vooraf te hebben gekeken of de richting te hebben aangegeven. Hetgeen erin resulteert dat zij mij pas opmerkt wanneer zij haar fietsstuur reeds naar links heeft gedraaid en dus schrikt van het obstakel wat ik op dat moment vorm voor haar. Ik weet nog net uit te wijken maar zij verliest de macht over het stuur en valt pardoes met haar fiets in een grote plas water.

Ondanks dat ik drijfnat ben zal ik me deze regenbui met een glimlach op mijn mond herinneren.

 

Koningsdag!

Lang leve de duurste steuntrekkers van ons land! De koninklijke familie heeft het behaagd om een bezoekje te brengen aan Dordrecht. Dit jaar geen ezeltjeprik, spijkerpoepen, toiletpotsmijten, koekhappen, volksdansen of Oud-Hollandse ambachten. Een oude maar moderne stad heeft zich gepresenteerd aan Max en Lex. Uiteraard stond een enorme mensenmassa uitzinnig te zwaaien naar dit adelijke zooitje ongeregeld en zij zwaaiden beschaafd neplachend terug.

Ergens heeft het wel wat treurigs, het halve land doorreizen in je bespottelijke oranje carnavalskloffie om je in een stad bij een heleboel anderen te voegen die eveneens uit een sociale werkplaats lijken te zijn ontsnapt, om naar een groepje kakkers te gaan staan zwaaien die je louter kent uit de media en die dit hele onzincircus gelaten over zich heen laten komen omdat het nu eenmaal de vurige wens is van het gepeupel; althans een deel hiervan.

Maar de festiviteiten beperken zich niet tot de stad welke wordt aangedaan door het koninklijke gajus. In elke stad, in elk dorp en elk gehucht is er wel iets georganiseerd. Vaak een rommelmarkt met allerlei muffige bestofte rotzooi uitgestald op kleedjes op het trottoir waar exorbitant hoge prijzen voor worden gevraagd. Dit alles vergezeld met de nodige rommelmarktmuziek (lees: Nederlandstalige schlagers, levensliederen en ander luide bombastische herrie) van een aantal b-artiesten. De hele dag is het één groot feest. Kinderen die ziek worden door een overdosis aan suiker, ouders die schijtziek worden door het gejengel van hun zieke/vermoeide kinderen en uiteraard de geheel ‘(on)verwachte’ tegenvallende verkopen. Maar wat je niet verkoopt laat je toch gewoon daar liggen? Zo verschaf je ook weer werk aan de mensen van de gemeentelijke vuilophaaldienst anders zitten die ook maar duimen te draaien.

Maar aan alles komt een einde; gelukkig maar.

 

© 2025 KutBinnenlanders.nl

Theme by Anders NorenUp ↑