KutBinnenlanders.nl

Vierenvijftig manieren voor speelkaarten om op straat te belanden


Foto: © John Geerts 2025, gebruikt met toestemming.

(voor René)

    HARTEN
  1. Iemand schudt onderweg naar zijn stamcafé een kaartendeck en verliest de hartenaas.
  2. Iemand loopt naar huis door de regen met een telefoonnummer op een hartentwee. Bij het oversteken wordt hij aangereden door een dronken fietser. De hartentwee valt in de goot.
  3. Iemand heeft met knijpers speelkaarten aan zijn fietsspaken vastgeklemd. Een van de knijpers schiet los en valt samen met de hartendrie op het fietspad.
  4. Iemand heeft een tweedehands pokerspel in een aluminiumkoffertje gekocht. Midden op straat valt het koffertje open. De hartenvier belandt onder een geparkeerde auto.
  5. Iemand speelt in het park pesten met een vriend en wint keer op keer. Om zijn vriend te troosten, gaat hij koud bier halen bij de nachtwinkel. Wanneer hij terugkomt, is de vriend ervandoor met het kaartendeck. Enkel de hartenvijf ligt nog in het gras.
  6. Een man in een tuin gebruikt speelkaarten als Chinese werpsterren. De hartenzes werpt hij te enthousiast en de kaart vliegt over de schutting.
  7. Een man in de tram ziet een spinnetje op de rand van het geopende bovenraam. Hij probeert het spinnetje met een hartenzeven naar buiten te wippen maar verliest zijn evenwicht. De hartenzeven valt uit het tramraam. Het spinnetje zit nog op zijn plaats.
  8. Een man loopt naar de supermarkt om scheermesjes te kopen. Hij krabt zijn kin met een hartenacht. Plotseling ziet hij zijn ex-vriendin lopen. Hij houdt de hartenacht tegen zijn oor en zegt terwijl hij haar passeert: ‘Dag schatje, hoe is het in Monaco? Al een luxejacht kunnen scoren?’
  9. Een pokerende man op een caféterras verbergt de hartennegen in zijn sok. Hij staat op om met zijn royale winst een rondje te halen en de kaart valt uit zijn sok.
  10. Een man wipt met een hartentien een stuk kauwgom van zijn fietszadel en laat de kaart daarna met een vies gezicht vallen.
  11. Een man passeert een groepje studenten die bezig zijn met een ontgroening. Een van de studenten vraagt de man om een kaart te trekken. Hij trekt een hartenboer en rent weg. Even verderop laat hij de hartenboer weer vallen.
  12. Een man speelt solitaire op een caféterras. De hartenvrouw waait weg. Een dronken fietser stopt, raapt de kaart op, ziet de pin-upgirl op de achterkant en trapt gauw door. Het begint te regenen. Op de straathoek rijdt de dronken fietser een overstekende voetganger aan. De hartenvrouw landt in de goot, naast een hartentwee.
  13. Een man koopt voor het zoontje van een vriend een kaartendeck van Thomas the Tank Engine. Bij de uitgang van de winkel controleert hij of het deck volledig is. Een andere klant botst tegen de man op. De hartenheer valt op de stoep.
  14. KLAVEREN
  15. Een man in een legerjas loopt naar het uitzendbureau maar zou liever thuisblijven en Zombieland kijken. Hij trapt tegen een doos met oud papier. Een klaverenaas valt op de stoep.
  16. Een man in een legerjas koopt op de rommelmarkt een kaartendeck. Wanneer de marktkramer aan het einde van de dag zijn bestelbus inlaadt, ziet hij dat de klaverentwee is blijven liggen.
  17. Een man in een legerjas leest op een parkbankje in een zenuwslopende universiteitsthriller van F. Dans. Wanneer de spanning ondraaglijk wordt, slaat de man het boek dicht en rent naar huis. Zijn boekenlegger, een klaverendrie, blijft op het bankje achter.
  18. Een man in een gestreken overhemd loopt naar het uitzendbureau. Wanneer hij zijn aantekeningen uit zijn jaszak haalt, valt een klaverenvier op de grond. Even later bij het uitzendbureau hebben ze helaas geen werk voor de man.
  19. Een man in een legerjas demonstreert op zijn balkon hoe hij een speelkaart tegen zijn bezwete voorhoofd kan plakken. Blijkbaar heeft hij het niet warm genoeg, want de kaart laat meteen weer los en valt over de balustrade naar beneden.
  20. Een man in een legerjas heeft van de Opperpater een prikbord gekregen. Op het prikbord zitten speelkaarten met blurbs voor alle toekomstige boeken van de man. Met het prikbord onder zijn arm stapt de man uit de tram. Een punaise laat los en de klaverenzes valt op de tramsporen. Op de achterzijde staat: ‘Ik vond de versie met typfouten beter, knikker.’
  21. Een langharige man in een legerjas heeft de roman De vijf van A.H.J. Dautzenberg gevonden in een minibibliotheek. De vorige lezer gebruikte een klaverenzeven als boekenlegger. De klaverenzeven zit tussen pagina 2 en 3. De man haalt de boekenlegger eruit en laat hem vallen.
  22. Een langharige man in een legerjas neemt alle onderdelen van zijn gele servies in een verhuisdoos mee naar zijn stamcafé. Terwijl hij de doos op straat neerzet en zijn armen even laat rusten, glipt een achtergebleven klaverenacht door een kier in de doos naar buiten.
  23. Een langharige man in een legerjas organiseert een kunstevent. Als flyers gebruikt hij speelkaarten, waarop hij het programma heeft genoteerd. Hij deelt de kaarten uit in zijn stamcafé. Een roker bij de deur neemt de klaverennegen aan, leest dat Thomas van der Zwan iets komt voordragen en laat de kaart gauw weer vallen.
  24. Een langharige man in een legerjas legt een spoor van kaarten van zijn stamcafé naar zijn voordeur. Die nacht op weg naar huis raapt hij alle kaarten op. De klaverentien blijkt al te zijn opgeraapt door iemand anders. De man blijft midden op straat staan en roept om hulp.
  25. Een langharige man in een trui en een legerjas bukt om een kat te aaien. De kat heeft een klaverenboer in zijn bek. De man wil de kaart pakken, maar de kat spurt weg. Op de straathoek laat de kat de kaart vallen en miauwt plagerig.
  26. Een langharige man in een trui en een legerjas geeft iedereen die hem spontaan groet een speelkaart. Hij wordt gegroet door een politieagente en stormt enthousiast op haar af met een klaverenvrouw. De agente trekt haar wapen en beveelt hem om de kaart te laten vallen.
  27. Een langharige man in een legerjas met een trui aan met daarop een afbeelding van een langharige man in een legerjas wandelt langs een bedelaar. Hij doneert twee euro en krijgt er een klaverenheer voor terug. Hij wandelt de hoek om, struikelt over een volgende bedelaar en verliest de kaart.
  28. RUITEN
  29. Een man in Gent probeert op de rommelmarkt een badeend af te rekenen met een ruitenaas. De marktkramer gooit de speelkaart weg en vraagt om echt geld. De man wijst naar de lucht, roept ‘Kijk daar!’ en rent weg met de badeend.
  30. Een man in Gent wil een tweede badeend. Een vriendin kent nog een badeendenverzamelaar in Dampoort en noteert het adres op een ruitentwee. De man wandelt met de ruitentwee naar het adres, haalt kauwgom uit zijn mond en legt die op een fietszadel, drukt op de deurbel en laat de speelkaart vallen.
  31. Een man in Gent bezoekt een waarzegster. Ze draait een ruitendrie om en zegt dat een badeendencollectie het begin zal betekenen van een nieuwe fase in het leven van de man. De man grist de ruitendrie uit haar hand, rent de woonwagen uit en neemt de tram naar Dampoort. De ruitendrie gooit hij uit het tramraam.
  32. Een man in Gent met een prille badeendencollectie organiseert een memoriaalevenement voor Franky Bordo. Op een caféterras belt hij naar een feestartikelenwinkel en vraagt of hij honderd opblaaskoeien kan huren. Hij wordt doorverwezen naar het Museum Dr. Guislain en noteert het telefoonnummer op een rondslingerende ruitenvier. Als de man naar huis gaat, vergeet hij de speelkaart.
  33. Een Brabander in Gent met een bescheiden badeendencollectie wil bijhouden hoeveel badeenden hij bezit. Telkens wanneer hij een badeend koopt, turft hij op een ruitenvijf. Als de ruitenvijf vol is, gooit hij hem uit het raam.
  34. Een Brabander in Gent met een flinke badeendencollectie wil bijhouden hoeveel badeenden hij bezit. Telkens wanneer hij een badeend koopt, turft hij op een ruitenzes. Als de ruitenzes vol is, gooit hij hem uit het raam.
  35. Een Brabander in Gent met een behoorlijke badeendencollectie wil bijhouden hoeveel badeenden hij bezit. Telkens wanneer hij een badeend koopt, turft hij op een ruitenzeven. Als de ruitenzeven vol is, noteert hij het voorlopige totaalaantal op een ruitenacht en gooit de ruitenzeven uit het raam.
  36. Een Brabander in Gent met een behoorlijke badeendencollectie gooit een volgeschreven ruitenzeven uit het raam. Onbedoeld gooit hij de ruitenacht mee.
  37. Een Brabander in Gent telt al zijn badeenden opnieuw en noteert het voorlopige totaalaantal op een ruitennegen. Op een caféterras laat hij de kaart zien aan een vriendin. Ze pakt de kaart, gooit hem weg en zegt dat de ware wonderen van deze wereld niet in getallen te vangen zijn.
  38. Een Brabantse Gentenaar met een zich nog altijd uitbreidende badeendencollectie staat voor de pinautomaat. Een overvaller pakt zijn pinpas af en sist dat hij zijn code moet zeggen. Dan ziet de overvaller dat de pinpas een ruitentien is. Hij laat de kaart vallen en gaat ervandoor.
  39. Een Brabantse Gentenaar met een badkuip halfvol badeenden rekent bij de tramhalte op de achterkant van een ruitenboer uit hoeveel badeendjes hij nog kan kopen voordat de badkuip vol is. Een tram stopt voor zijn neus en opent zijn deuren. De Gentenaar probeert met de ruitenboer een spinnetje van zijn knie te vegen, maar de kaart valt uit zijn hand en belandt met spinnetje en al in de tram, die net zijn deuren sluit en weer doorrijdt.
  40. Een Brabantse Gentenaar met een tot de rand met badeenden gevulde badkuip worstelt zich door De vijf van A.H.J. Dautzenberg. Hij geeft het op, stopt een ruitenvrouw tussen pagina 2 en 3 en zet het boek in een minibibliotheek, maar de ruitenvrouw valt eruit.
  41. Een Brabantse Gentenaar met een niet langer in zijn badkuip passende badeendencollectie nodigt Robert Schuit uit. Hij vraagt of Robert straks wil helpen om al zijn badeenden in dozen op te bergen. Robert pakt een kaartspel uit zijn jaszak en zegt dat als de bovenste kaart een ruitenheer is, hij zal helpen. Hij pakt de bovenste kaart, draait hem om, trekt wit weg, laat de kaart vallen en zet het op een lopen.
  42. SCHOPPEN
  43. Een Gentenaar met een verontrustend grote badeendcollectie staat naast de deur van zijn stamcafé te roken. Een overvaller wil het café binnenstormen, maar de Gentenaar grist gauw een schoppenaas weg uit de hand van een klaverjassende man en raakt de overvaller met een geoefende Chinese ster-worp vol in de hartstreek.
  44. Een Gentenaar met een op een zorgwekkend tempo groeiende badeendencollectie danst op een hit van Elco Wareman. De barman plakt in het voorbijlopen een schoppentwee op het bezwete voorhoofd van de Gentenaar. Pas wanneer de Gentenaar later die avond naar huis loopt, laat de schoppentwee los.
  45. Een man uit de Kastanjestraat met een niet langer in zijn badkamer passende badeendencollectie nodigt Robert Schuit en Anton Dautzenberg uit. Hij vraagt of ze straks willen helpen om een paar dozen naar de zolder te verplaatsen. Ze spreken af dat ze erom zullen pokeren op het terras van café Come Back. De man wint, maar de schoppendrie waait weg.
  46. Een man uit de Kastanjestraat met een niet langer in zijn zolder passende badeendencollectie nodigt Robert Schuit, Anton Dautzenberg en Frank van den Nieuwenhuijzen uit. Hij vraagt of ze straks willen helpen om een paar dozen naar de garage te verhuizen. Ze spreken af dat ze erom zullen strippokeren op het terras van café Come Back. De man verliest en houdt de schoppenvier voor zijn kruis, maar laat de kaart onder luid gejuich van alle vrouwen op het terras vallen.
  47. Een man uit de Kastanjestraat met een tot politiebellens toe uitgebreide badeendencollectie nodigt Robert Schuit, Anton Dautzenberg, Frank van den Nieuwenhuijzen en Thomas van der uit. Hij vraagt of ze straks willen helpen om een paar dozen bij het grofvuil te zetten. Ze zeggen in koor dat ze last hebben van hun rug en dat ze liever gaan kaarten bij café Come Back. In het café pakt de man gauw enkele kaarten uit het deck, waaronder de schoppenvijf, en gooit ze uit het raam.
  48. René van D. staat bij zijn voordeur en overlegt met twee wijkagenten. Ze duwen hem opzij en stormen zijn huis binnen. In de gang ligt een opblaasmatras. De weg naar de huiskamer wordt versperd door een muur van dozen vol gestolen badeenden. De agenten slaan René van D. hardhandig in de boeien, waarbij een schoppenzes uit zijn rechter sok valt.
  49. René van D. is alweer een tijdje op vrije voeten. Voor een kunstproject verstopt hij speelkaarten en badeenden door heel Gent. Tijdens zijn ronde door de stad verliest hij de schoppenzeven.
  50. René van D. gooit voor een kunstproject bij willekeurige huizen speelkaarten door de brievenbus. Wanneer hij ’s avonds thuiskomt, treft hij een schoppenacht aan op zijn deurmat. Hij gooit de kaart naar buiten en sluit de deur achter zich.
  51. René van D. geeft voor een kunstproject iedere voorbijganger die glimlacht een speelkaart cadeau. Hij doorkruist heel Gent, maar niemand glimlacht. Uit teleurstelling smijt hij het kaartendeck tegen de gevel van de Sint-Baafs. Een bedelaar raapt alle kaarten op, behalve de schoppennegen.
  52. René van D. wandelt door Gent en haalt alle speelkaarten die hij heeft verstopt dan maar zelf weer op. Hij vindt ze allemaal terug, behalve de schoppenzeven en de schoppentien.
  53. René van Densen wandelt door Gent, op zoek naar de schoppenzeven en schoppentien. Wanneer hij bukt om een kaart op te rapen – het blijkt helaas een pinpas te zijn – glijdt een schoppenboer uit zijn linker sok. Een kat pakt de kaart op met zijn bek en rent weg.
  54. René van Densen fietst dronken door Gent, op zoek naar de schoppenzeven, schoppentien en schoppenboer. Hij rijdt een overstekende voetgangster aan, die een schoppenvrouw met een telefoonnummer erop vasthoudt. De schoppenvrouw belandt in de goot, naast een hartenvrouw en een hartentwee. René en de voetgangster stellen zich aan elkaar voor.
  55. René van Densen wandelt verkleed als badeend naar café Come Back. Hij heeft een afspraakje met de vrouw die hij gisteren heeft aangereden. Terwijl René de barman met gekwaak afleidt, pakt de vrouw vlug de schoppenzeven, schoppentien en schoppenboer uit het kaartendeck van het café. Op straat komen ze erachter dat ze per ongeluk de schoppenheer in plaats van -boer heeft gestolen. René zegt in het Latijn dat fouten menselijk zijn en gooit de kaart weg. Hij nodigt de vrouw uit om bij hem thuis Zombieland te kijken. De vrouw zegt dat ze daar heel veel zin in heeft, maar dat hij dan wel zijn badeendenpak moet uittrekken.
  56. Een langharige badeend in een legerjas wandelt naar café Come Back, schudt onderweg zijn deck gevonden speelkaarten en verliest daarbij een joker.
  57. Een joker in café Come Back laat zijn deck gevonden speelkaarten aan de barman zien. De barman merkt op dat er een joker ontbreekt. Met het deck nog in de hand stormt de joker naar buiten. Na twee uur de straten afspeuren is hij verdwaald. De joker slaakt een diepe zucht en kijkt om zich heen. Dit is zijn lot: dwalen door de straten van Gent, tot hij zijn evenbeeld heeft gevonden.

Thomas van der Zwan

’t Postje, Gent, 16 augustus 2025

 
Thomas Maarten van der Zwan
Thomas Maarten van der Zwan
Thomas van der Zwan (1986) werkt als leerkracht Nederlands aan een middelbare school in Leuven. Zijn teksten verschenen bij Hollands Maandblad, Liter, De Standaard, Neerlandistiek, Tzum, Brabants Dagblad en The Post Online.

1 Comment

  1. Marc Tiefenthal

    Een sterk staaltje van gelegenheidsgedicht, dat dankzij kennis van zaken en van de man, is geworden tot een nimmer vervelende en wervelende, soms stormachtige opsomming

     

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2025 KutBinnenlanders.nl

Theme by Anders NorenUp ↑