Chesterfield, ik leg de naam graag in mijn mond. Denk dan aan sigaretten van dat merk in een mooie verpakking. Ik heb er nooit een gerookt. Het had gekund als het ook pijptabak was. Nee dus.

Ik stopte met pijproken na een loopbaan van vijfenveertig jaar. De naam Chesterfield werd lauw in mijn mond en verloor mijn aandacht. Later kwam bij nader onderzoek aan het licht dat de naam ook toebehoort aan een klassieke, duurzame dure Engelse zetel, zo een die de Nederlanders domweg en schroomloos een bank zouden noemen. Je kan ze er dus mooi mee op hun plaats zetten.

Onbetaalbaar maar niet onbruikbaar. Ik proef de naam opnieuw in mijn mond.

 

 
Marc Tiefenthal
Marc Tiefenthal
In tijden van toenemende verdomming en groeiend nationalisme is het gepast, ha, erop te wijzen dat Marc Tiefenthal gemakkelijkheidshalve kan worden gecatalogeerd als Belgisch dichter, die zowel in het Nederlands als het Frans schrijft. In diezelfde context, stijgende verdomming en toenemend nationalisme, vraagt menigeen zich af waar de dichter verblijf houdt. Daar hij op twee plaatsen in de wereld verblijf houdt, dit is bilokaal woonachtig, heeft hij op het Groot Smoelenboek van de heer Sukkelberg, voor de lol Bobigny als woonplaats opgegeven. Kom hem daar maar niet bezoeken. Evenmin als in Menen, Ieper, Leuven, Bossière, Brussel, Antwerpen noch Temse, waar hij ooit gewoond heeft.