‘We zullen het zaakje lekker op smaak brengen’. De kok is in een uitstekende stemming. Het is marktdag, dan loopt zijn eettent vol.

Hij bereidt op zo’n dag twee zaken: soep en een pastaschotel in de oven. De dagschotel. Niets bijzonders hoor. Alleen, zijn soep bevat vier groenten en is op smaak gebracht met vier kruiden, waaronder peper en peterselie. Je zou die soep haast vier op vier kunnen noemen.

Zijn pastaschotel brengt hij op smaak met selder en peper, een snuifje kurkuma, look en koriander.

Op zo’n dag maakt hij evenveel winst als op een gewone week. De drank brengt ook geld in de lade. De mensen rekenen uit hoeveel minder ze betalen op de markt, verteren het verschil in de eettent. Daarna komen de marktkramers. Als je het de kok vraagt, hoe noem je dit, antwoordt hij: ‘de vrije markt’.

 
Marc Tiefenthal
Marc Tiefenthal
In tijden van toenemende verdomming en groeiend nationalisme is het gepast, ha, erop te wijzen dat Marc Tiefenthal gemakkelijkheidshalve kan worden gecatalogeerd als Belgisch dichter, die zowel in het Nederlands als het Frans schrijft. In diezelfde context, stijgende verdomming en toenemend nationalisme, vraagt menigeen zich af waar de dichter verblijf houdt. Daar hij op twee plaatsen in de wereld verblijf houdt, dit is bilokaal woonachtig, heeft hij op het Groot Smoelenboek van de heer Sukkelberg, voor de lol Bobigny als woonplaats opgegeven. Kom hem daar maar niet bezoeken. Evenmin als in Menen, Ieper, Leuven, Bossière, Brussel, Antwerpen noch Temse, waar hij ooit gewoond heeft.