KutBinnenlanders.nl

Tag: UKKV (Page 1 of 26)

Vergader altegader

 

De vergadering dreigt niet uit te lopen. De voorzitter deelt mondjesmaat spreektijd toe aan elke deelnemer. Als iemand zijn of haar spreektijd dreigt te overschrijden, snoert de voorzitter diens mond.

Zelfs als het onderwerp de vervanging van de trappen door een lift betreft. Hoeveel kans bestaat er dat eigenaars hun trappen aanvullen met een lift? Moeten we niet meer mikken op nieuwbouw? Minder op particulieren, meer op bedrijven en organisaties. Het gaat er immers om de omzet te verhogen, de winst te maximaliseren en de aandeelhouders een mooi dividend uit te keren.

Zonder het personeel te vergeten, dat met bedrijfs- of salariswagens de klanten bedient.

Kortom, er is altijd voldoende gesprekstof. Als er geen besluit valt en de vergadering eindigt, komt men dan wel een andere keer tot een besluit.

 

Fabel van de kaas zonder vos

Kaas dringt door tot in de genen. Nederlanders noemt men geen negers maar kaaskoppen. (Hol landers daar en tegen zijn zij die alles ook en vooral zich zelf van een schrij ven).

Nederlandse kaas is wereldberoemd en vind je via de invoer in vele buitenlanden. Een kaaskop is een fier hoofd. Hij eet uiteraard kaas, hoe zou hij anders zelf zijn? Lust de kaaskop ook Franse kaas? Ja, zij het in mindere mate. En Zwitserse? Ja zeker. In zekere mate. En geitenkaas?

Daar verschillen de meningen over onder de kaaskoppen. En wel heel uiteenlopend. Ook over schapenkaas lopen de meningen erg ver uit elkaar.

We mogen daarbij echter niet uit het oog verliezen dat in Nederland de uitbuiting van de mens door de mens een jas van goede snit draagt, de mantel niet der liefde maar van het geld.

Met altijd dat vleugje kaasgeur.

 

Naar Belgisch model een eindoplossing voor Palestina

 

Rond 11 u rijdt een geblindeerde kleine bus onder begeleiding van motoragenten de tarmac op Melsbroek op. Deze luchthaven ligt achter die van Zaventem en dient voor regeringsvluchten, militaire en humanitaire operaties. Een uur eerder waren ze vertrokken vanuit Doornik.

De agenten stappen van hun motorfiets, openen de deuren van het vliegtuig dat klaar staat en halen er voorzichtig een grote koffer uit. Het etiket vermeldt: muziekinstrument. Zorgvuldig en voorzichtig behandelen.

Zodra de koffer in het vliegtuig steekt beginnen de motoren te draaien. Acht minuten later hangt het in de lucht. Zes uur later bereikt het vliegtuig het Egyptische luchtruim. Boven de Gazastrook wordt de koffer gedropt en hangt aan twee parachutes in de lucht. Langzaam bereikt hij de grond waar drie Hamasstrijders zich over het pakket ontfermen. Ze halen er een zwaar misnoegde Bouchez uit. (Het gaat om de voorzitter van de Franstalige Belgische liberalen).

In de Wetstraat 16, het kantoor van de eerste minister, waar de halve regering bijeen is, rinkelt de telefoon. “Hallo, ja, dit is de premier”. “Opdracht vervuld, mijnheer. Geland met succes en overgedragen aan de plaatselijke autoriteiten. De tweestatenoplossing ligt eindelijk voor de hand”.

België is verlost van een dwarsliggende hansworst en Tel Aviv kan nu best inbinden.

 

 

Tweelandenwoningen

Er zijn dagen die geruisloos voorbijgaan. Ze beginnen met een ontbijt en eindigen met thee of koffie met koekje. Tussendoor gebeurt er soms iets.

Zo ga ik bijvoorbeeld vissen of schrijf ik een ultra kort kortverhaal.

Om die routine te doorbreken is een andere routine nodig. In een ander land, bijvoorbeeld.

De reis ernaartoe maakt de overgang en maakt de dag uitzonderlijk. Vroeger waren het dagen. Met de auto naar Zuid-Frankrijk, dan de boot op en anderhalve dag varen. Tot slot nog iets meer dan een dag autorijden. Die boot hebben we afgeschreven. Terecht, trouwens, tegenwoordig valt hij om de haverklap uit. We vliegen ernaartoe. ’s Morgens opstaan, hop de lucht in, ’s avonds thuis in een ander land.

Telkens weer is de eerste indruk indrukwekkend. Van ver de bergen zien opdoemen. Ik raak er niet op uitgekeken.

Het is er haast altijd warm. We verkiezen dan ook de herfst en de winter om er naartoe te gaan.

Schrijven doe ik op beide plekken. Wifi hebben we zowel hier als daar. Sinds we ernaartoe vliegen, zitten we daar zonder auto. Soms huren we er een.

Om in de stad rond te rijden bestaan daar stadstaxi’s, voor de prijs van een busticket hier rijd je daar in een auto met chauffeur. Soms, buiten de stad, vinden we geen stadstaxi’s. Dan nemen we de bus, die kost ons een habbekrats.

 

Met de kleur van geld

 

De omgeving niet alleen, ook het gebouw. Het is winter, de lucht is grijs. Geen geladen grijs vol ijs en sneeuw. Een vervelend grijs.

Er hangt een vrij dichte mist die de hele omgeving in het grijs dompelt. Er rijden weinig auto’s, die hoe dan ook aan het oog onttrokken worden door de mist.

Ze zijn met hun tweeën de enige voetgangers. Ze zijn uit hun auto gestapt en stappen in de richting van een laag gebouw van twee verdiepingen. Zo werden vroeger de huizen, kantoren en saloons gebouwd. Dit gebouw ziet er echter uit als een doos. De post brengt quasi moderne architectuur voort.

Ze betreden het gebouw via een lichtgrijze glazen deur. De buitenmuren zijn muisgrijs. Een man in grijs streepjespak ontvangt hen in een grijze inkomhal waar een eveneens grijs meubel het onthaal voorstelt.

Op een toon tussen fluisteren en kluisteren hoor je de man mompelen: ‘We mogen de hoop niet opgeven, zeker nu de financiën er zo heel slecht voor staan’.

De geheime vergadering van de Wereldbank over de Verenigde Staten, Rusland en Israël, op het randje van het bankroet, zal zo dadelijk beginnen.

 

Kamperen op ongelegen plaatsen

 

In deze beroerde tijden waarin recht voor de raap en uit de onderbuik schering en zelfs inslag zijn, zijn zelfs in- en uitgezeten personen in staat een telefoongesprek als volgt af te sluiten: ‘Ik moet je hierbij laten. Ik moet dringend naar het toilet.’

Mijn vrouw, want zij is het aan gene kant van de telefoon, krijgt het dan danig op haar heupen en voelt zich tekort gedaan. Lang bleef dit ongenoegen onder de radar. Ze wou niet beledigen.

Toch kwam het ter sprake, niet aan de telefoon. De betrokken persoon, zo bleek, was zich van geen kwaad bewust, geheel en al doortrokken van het huidig tijdgewricht. Ik vroeg haar of ze wist hoe de Britten zich uit de voeten maken. Nee, dus. Die vragen gewoon waar ze hun handen kunnen wassen. Al dan niet dringend. Aaim sjoer, man. Het is nu in spanning en met volle blaas afwachten om te zien of ze de pointe heeft gesnapt.

 

De gelegenheid verschaft geen genoegen

 

“Op het eerste zicht een normale man, informeel maar netjes gekleed. Nee, ik heb niet gekeken naar de nummerplaat op zijn auto. Wij van de kleine middenstand heten iedereen welkom. Hier geen Vals Behang of Wilde Geert.”

Ze haalde diep adem en hield een pauze.

“Het was druk in de zaak, zo rond de middag. Hij wachtte netjes zijn beurt af. Ik ken mijn klanten doorgaans vrij goed en hij had geen argwaan gewekt. Zijn gezicht had niets eigenaardigs. Waarom hield ik hem in de gaten? Ik weet het niet”.

Weer een pauze. “Toen was het zijn beurt. Hij vroeg een belegen broodje met belegen boter en belegen kaas. Ik kon mijn oren niet geloven en herhaalde zijn verzoek. Dat bekrachtigde hij. Ik heb het voor hem klaargemaakt, nou ja minder belegen dan hij wou. Hij heeft netjes betaald en verliet de zaak. ’s Avonds zei mijn man dat hij belegde broodjes gelezen had als belegen broodjes.” Dat heet dyslexie of zo.

Poster (Belegde broodjes)

 

Colloque singulier médical

 

‘Nooit laat ik me X noemen? Of Y. Noch Fisher Z.’ De man lag languit op de sofa bij de zielenknijper. Hoewel het hier een ‘colloque singulier’ betreft, een gesprek tussen arts en patiënt, zoals tussen een minister en de koning, en tot het medisch geheim behoort, veroorloof ik me.

‘Ik ben nu eenmaal spion en opereer onder verschillende namen. Die mag ik niet onthullen, ook hier niet. Ik heb er wel last van. Ik weet amper nog wie ik ben.’

De arts heeft dit geheim geschonden kort na de aanslag die het leven van zijn patiënt heeft gekost. Naast deze onthulling, beschrijft de arts nog andere, waaronder huiveringwekkende seksuele fantasmes. ‘Die zijn hier dagelijkse kost’, aldus de arts, die half anoniem verblijft achter zijn pseudoniem, Lodewijk Zielens.

 

Ontwikkeling, omwikkeling

 

Het economisch mirakel, hoeveel en hoe vaak is er sprake van. Japan, Zuid-Korea, Taiwan. In een decennium klommen deze achterlijke, armoedige of moe gestreden naties uit hun armoedeput en werden ze wereldspelers. Recept? Opleiding, scholing, die leiden tot ontwikkeling. Nee, domkop, het is niet de economie maar de scholing.

Toen de Verenigde Provinciën in 1815 tot stand kwamen, na de val van Napoleon in Waterloo, als buffer tegen Frankrijk, trof de Vorst der Nederlanden, genaamd Willem, in het noorden van de zeventiende provincie de onderontwikkeling aan. Analfabetisme, landbouw als enige activiteit, geen enkele beheersing van de taal.

Van de weeromstuit richtte hij overal Bijbelscholen op om alvast het analfabetisme aan te pakken. Hij stichtte een industrie en richtte een bank op om dat allemaal te bekostigen. Het land werd klaargestoomd om zijn plaats in te nemen in de vaart der volkeren.

Dat was een doorn in het oog van de arrogante Francochons (Franstalige varkens). Zo ontstond België om het noorden verder onder de knoet in de onderontwikkeling te houden. Tot in de jaren 1960.

 

 

Lopen, glijden, vallen en weer opstaan

 

Het loopt van een leien dakje. Vlot, vloeiend, soepel, zonder iets te breken. Het dakje is niet plat maar vormt een zadel.

Op een plat dak liggen geen leien.

Als nu de leidekker van zijn dakje loopt, of glijdt, zich tijdig afremt en lenig op de grond valt, staat hij meteen weer op, klopt het stof van zijn overall en zegt: ‘Zo, dat was het dan weer’. Zo loopt alles van een leien dakje.

Nou goed, ik schrijf dit neer in een ruk, de woorden vallen vlot op hun plaats op de lijnen van dit schrift. Maar vaak bedenk ik ze in stilte en denk aan mijn schoonzoon B., begenadigd fotograaf in zijn vrije tijd en leidekker voor de rest.

 
« Older posts

© 2025 KutBinnenlanders.nl

Theme by Anders NorenUp ↑