Otto loopt langs een park dat volzit met junks. Van heinde en verre stromen ze de verzameling kreupelhout binnen om er de junk uit te hangen. Lekker op een bank liggen en gezellig wat verdwaasd rondzwalken, onsamenhangende zinnen mompelend met veel consumptie. Wat een losers. Otto snapt niet dat iemand nog junk wil zijn. Die hele look is al tijden uit. Vroeger ja was het in om als rafelige straathond met gordelroos rond te darren. Maar wie, met ook maar een greintje fashion sense, loopt er nu nog rond als uitgemergeld karkas met ogen op stokjes. En die junks doen alsof het helemaal hip is. Hipper dan een indianentooi. Hipper dan Ralph Inbar. Hipper dan Iran. Ja, zelfs hipper dan loloballen.
Ooit, toen Otto nog volop aan de dope zat, was er niets hippers dan dat natuurlijk. ‘In zekere zin heb ik de weg geëffend voor vele generaties succesvolle drugsgebruikers,’ vindt Otto, de niet onaanzienlijke president directeur grootaandeelhouder van Bananarama Consultancy worldwide unlimited bv. Maar denk je dat ik daarvoor een beetje erkenning krijg, welnee. De hele drugsscene heeft bij mij afgedaan.
In plaats daarvan houdt hij zich tegenwoordig liever onledig met het schrijven van bestsellers en natuurlijk loloballen. Het schrijven van bestsellers als ‘534 tinten bruin’, ‘Wie weet hier de weg naar Hamelen’ , ‘Moeder staan de capucijners al op?’, ‘Koko’s avonturen met Pong’ en niet te vergeten ‘Wie nee zegt moet B doen’, kan Otto in principe gestolen worden, maar het loloballen heeft zijn hart veroverd. Een dag niet gelolobald is in feite een dag niet geleefd, zo vindt hij tegenwoordig. ‘Ja. Ja, ik ben een loloballer en ik geneer met niet om dat hier te erkennen! De open lucht, de sensatie van het stuiteren en het gefluit van het verend plastic; wie laat zich door dit avontuur niet overweldigen.’ Nee, je kan Otto veel verbieden maar niet het op en neer hoppen op zijn oude vertrouwde lolobal die de naam Ineke draagt. Waarom, dat weet alleen een echte loloballer. Otto is nu al zijn invloed aan het gebruiken om de edele lolobalsport op de spreekwoordelijk kaart van de spreekwoordelijke wereld te zetten. Iedereen mondiaal aan de lolobal, zo is wellicht Otto’s stellige doelstelling. Wanneer iedereen zou loloballen, dan zou de wereld eventueel een stuk gezelliger plek zijn om in rond te hangen, zo mijmert hij. ‘Nee, de lolobal, moet en zal deze aardkloot stormenderhand veroveren of mijn naam is niet meer Otto maar Marie-Francine du Mouton. En aangezien hij dat wel is en niet Marie-Francine du
Mouton, zal het zo geschieden!’ schreeuwt hij zo hard over straat dat de junks de bosjes in vluchten. Dus is Otto nu in alle stilte en het diepste geheim bezig het loloballen tot Olympische sport te katapulteren. ‘Want als het harlopen voor Saharanegers en linkshandig bellenblazen op de Olympische spelen is toegestaan, dan zeker ook een verfijnd spel als het loloballen.’ Links en rechts is Otto nu druk aan het masseren, omkopen, chanteren, bedreigen, manipuleren en molesteren geslagen om de lolobal de exposure te bezorgen die de nobele plastic bal zo node verdient. ‘Erkenning, respect en een gezonde dosis angst voor de lolobal moeten er komen en wel verdomd snel of al die IOC-maffiafiguren zijn nog niet jarig. Sterker nog, die krijgen hun trekken thuis als ik eenmaal klaar met ze ben. Wat denken ze wel, een beetje pochen met Saharanegers op schoenen en de lolobalsport in de spreekwoordelijke kou laten staan, over mijn dode lichaam zal dat zijn.’ Zo is er een grote dwarsligger in de vorm van IOC-lid Willem Alexander die maar niet wil begrijpen dat de loloballerij vrij baan moet krijgen omdat anders Otto zich niet meer zo senang voelt. Meneertje de Kroonprins geeft de voorkeur aan het dwergwerpen als nieuwbakken Olypmische sport, maar dat zal Prinsje Pils niet lukken. De komende weken is Otto van plan stelselmatig ondeugende kiekjes van W-A met gepoederde dwergvrouwtjes te lekken, net zo lang tot die royale vetkwab snapt wie hier de nieuwe spreekwoordelijke sheriff in het dorp is. De boodschap mag duidelijk zijn, bromt Otto. ‘Iedereen die tegen is, moet aan de kant of hij wordt overreden door lolobaltrein. Tjoeketjoek! Iedereen met een geldig plaatsbewijs moet nu opstappen en wie niet mee kan blijft achter, maar de loloballerij zal op tijd op het perron aankomen, daar kun je spreekwoordelijk vergif op innemen!’
Reactietjes