Ik kwam bij een poort en ik stootte ‘m open
Mijn blaas rook al bier, wilde het al laten lopen
Maar er heerste zo’n sinistere stilte
Een windvlaag blies een haast onmenselijke kilte
Ik rilde en klapperde met mijn botten en tanden
schudde grondvesten in verschillende standen
Ik haalde diep adem en riep:
Is er nog leven in de brouwerij?
Binnen een nachtzwart decor vol theater
een geur platgeslagen door gerst, gist en water
Ik dacht terug aan die eerste slok van hun bier
schokgolf van verfijnde smaak van plezier
Maar de ontdekking na vele, het fust bleek uniek
Er was geen meer toverdrank, althans niet publiek
Ik zocht overal naar waar ze dat brouwden, die hal…
(refr.)
Toen zag ik de eerste liggen van het personeel
Diens blaas bleek gebarsten door net iets te veel
Stap voor stap een heel slagveld, overal dode lijven
De stank niet te harden en niet te beschrijven
Hier en daar nog een hand om een kroes heen gejoept
Bittere waarheid: teveel van eigen product gesnoept…
Ik nam uiteindelijk wat mondvoorraad mee…
(refr.)
Reactietjes