Het had veel weg van een schijnproces. Met teeveecamera’s voor de show. De beschuldigde werd gedurende twintig minuten in de behandelkamer opgemaakt om voor de camera’s en, in mindere mate, voor het hof te verschijnen.

Voor de rest was alles voorhanden: de tenlastelegging, enige bewijsmateriaal, een advocaat voor de verdediging, enkele getuigen, publiek, zij het mondjesmaat toegelaten. Technici hadden op wel gekozen plaatsen verlichting aangebracht. Achterin de zaal stond een mengpaneel om het geluid uit de knoopmicrofoons in goede banen te leiden. Bewakingsdiensten waren uitvoerig gebriefd.

Ook de journalisten die het proces bijwonen en verslaan, zijn vooraf voldoende doorgelicht en geselecteerd.

Even verstomde het geroezemoes. Toen klonk de stem van de griffier: ‘Het hof!’. De rechters treden aan. Iedereen gaat staan.

 
Marc Tiefenthal
Marc Tiefenthal
In tijden van toenemende verdomming en groeiend nationalisme is het gepast, ha, erop te wijzen dat Marc Tiefenthal gemakkelijkheidshalve kan worden gecatalogeerd als Belgisch dichter, die zowel in het Nederlands als het Frans schrijft. In diezelfde context, stijgende verdomming en toenemend nationalisme, vraagt menigeen zich af waar de dichter verblijf houdt. Daar hij op twee plaatsen in de wereld verblijf houdt, dit is bilokaal woonachtig, heeft hij op het Groot Smoelenboek van de heer Sukkelberg, voor de lol Bobigny als woonplaats opgegeven. Kom hem daar maar niet bezoeken. Evenmin als in Menen, Ieper, Leuven, Bossière, Brussel, Antwerpen noch Temse, waar hij ooit gewoond heeft.