Zo zat ik ineens
tegenover een gele dwerg
een opgewonden geval
actief en vol vlekken
en maar winden laten

Maar ik straalde
goede inborst terug
en had de schijn mee

Later zat ik ineens
naast een oranje reus
zwellend met balronde trots
al was de glorie wel voorbij
en werd hij roder en roder

Maar ik verwarmde
met oprechte open armen
en had de schijn mee

Aan mijn mouw trok
een opgebrande witte dwerg
tot op de kern ontaard
of ik nog de energie had
om in te krimpen

Maar ik nam de tijd
om te kijken wat de toekomst brengt
en had de schijn mee

Voor een zwarte dwerg
was het universum
schijnbaar echter nog niet zonneklaar.