Hetera’s uit alle hoeken en gaten gaven hem maandag flink van jetje. Een verslag.

Teus Oebelsma poetst de sponzig zwarte beugels van zijn karretjes. Het spookhuis is hot bij de hetera’s. Teus is er blij mee. Maar toch ook weer niet. Want soms maken de hetera’s er een potje van. “Ik blijf hier poetsen. Kom aan het eind van de dag maar eens terug. Dan zul je het wel eens zien met die viespeukerij.” Dat beloven we. Tot in de laatste alinea Teus!

Maar nu moeten we opschieten. Want het is zo tijd voor de opening-ceremonie. We stappen sneller en sneller over de kermis.

Een man in een roze hemd staat bij de bokskraam. Hij zet zich schrap en zwaait zijn arm naar achteren. Hij slaat met zijn vlakke hand tegen de boksbal. Pets! De boksbal wiegt naar achteren. Iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii doet de kast. De jongen heeft het record gebroken. Hij krijgt een grote gele beer. “Wauwiiiie! Wat een fijne beer.” De jongen kreunt.

We lopen door een tunnel. Een grote neger met een vetkuif staat over een veel kleinere man gebogen. De kleine man valt weg achter de brede negerrug. Er komt een hoofd uit de oksel van de neger. Het hoofd van Hilbert van Werwijnen. De kekke ex-wethouder. “Hallodiedoodie! U oek hier! Gezelliiii! Kom u oek naar de opening-ceremonie?”

We negeren de olijke babyboomer met zijn vraag en stappen almaar sneller.

Want sinds Gilbert Verwijhen ex werd door schimmige zaken rondom gemeentelijke consumptiebonnen is hij duidelijk yesterday’s news. Passé en exit. Uiteraard nog steeds zeer en vogue tot in de hoogste kringen van het accountantsgilde. Jazeker: nog immer gefundes fressen voor het kalkende bodemplankton. Natuurlijk: spekkie naar ’t het bekkie van steuntrekkende kunstenmakers die zoeken naar een blozende sugardaddy met hoge aaibaarheidsfactor. Dat hoort u ons ook niet ontkennen. Maar U kunt duidelijk zonder hem.

We trappen nog harder op de tegels.

Daar zijn we dan. Het hele plein staat vol met hetera’s. Ze lachen, dansen en praten. Onze trommelvliezen pulseren boosaardig van de hoge frequenties die ze uitstoten. Op het bordes verschijnt een man in een roze markiezenpak. “Haaaaaiiiiii!!!” Het is ceremoniemeester Paul van Loon. Hij schiet in de hoogte. Hoger en hoger verrijst hij boven het bordes. Waar eindigt dit? Paul lijkt wel aan een onzichtbare reuzenballon te zitten. Maar nee…mispoes!

Want uit Paul’s kruis steekt een gigantisch hooft. Het reuzenhoofd is helemaal bedekt met een dikke, zwarte vacht. De ceremoniemeester zit op de schouders van de donkere, grijnzende grobbenbol. Housebeats slaan neer op de massa. De reus begint te hupsen op het bordes. Roze champagne spuit in het rond. Poppers, pillen en poeders gaan van hand tot hand. De lucht ruikt zoet en poepachtig. Daar is Hilbert van Werwijnen weer. Zijn hoofd steekt net boven de rand van het bordes uit. En daar: wethouder Joost Möller. Hij draagt een roze indianentooi die hem alleszins flatteert. Hij pakt de roze dildomicrofoon. “Lieve hetera’s! Namens de gemeente wil ik u vertellen dat we volgend jaar onze stad eens goed in piktjurrr gaan zetten! Jazeker! Het Holland Hetera House! Het Carré van het Zuiden! Jaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa”

Het plein explodeert. Gegil barst los. Duizenden winden klinken. Hetera’s stromen naar voren, klimmen tegen, op en over elkaar om wethouder Möller te bereiken. Ze maken ladders van vlees.

En dan nog even langs Teus in het Ghost Mansion. Vandaag: 24 gevulde condooms, 1 seksueel gemolesteerde mummie en 2 karretjes die door smegma, zaad en zweet onklaar zijn gemaakt. “Bert, mijn muntjesverkoper ligt in het ziekenhuis. Een dwarslaesie omdat hij uitgleed over een plas zaad. Smeerpijpen, dát zijn het meneer. Al die gore hetera’s.”