Click to rate this post!
[Total: 0 Average: 0]

Nu de mensen boos zijn op iemand die elke dag internetfilmpjes plaatst en iets doms heeft gezegd, zie ik mijn kans om aan hen te ontsnappen. Het kan ze niet veel schelen, ze schreeuwen moord en brand om de internetfilmpjespersoon. Vooral degenen die nooit internetfilmpjes kijken. De Opperpater maakt zich stil uit de voeten, zegt dat hij me straks wel op het terras ziet. “Dorst, knikker.”

Ondanks alles wil ik niet het risico lopen herkend te worden. Ik vermom mezelf met een snor uit een budgetwinkel. In Prozacstad wemelt het van de budgetwinkels. Er zijn ook heel veel babyoutlets. Ik merk aan de hoeveelheden mensen met baby’s op straat dat die blijkbaar in de aanbieding zijn. Kan nooit veel kosten, zo’n kind. Ik plak de snor op mijn snor en ben vermomd.

Op het terras begroet de Opperpater me meteen. Geen goed teken, maar de Opperpater kent me natuurlijk heel lang en herkent me dus altijd. Behalve die keer dat ik mijn haar had geverfd. Hij dacht toen dat ik mijn broer was. Maar nu herkent hij me wel meteen. De mensen op het terras herkennen me niet. Of ze zijn afgeleid door de plaksnor, dat kan. Ze zeggen dat ze nog nooit een blauwe snor hebben gezien.

Zodra hij hoort dat hij er weer in voorkomt, wil de Opperpater een exemplaar van mijn nieuwe boek kopen. Zeker nu zijn woonkamertafel wiebelt, knikker. Ik heb altijd van die fijne handige dunne boekjes, knikker. Zijn blik verkilt als hij ziet hoe dik mijn nieuwe boek is. Ja hallo knikker. Daar kan hij zijn tafel toch niet mee afstellen knikker. Dan gaat hij de andere kant op wiebelen knikker. Toch koopt hij het boek. Ik moet het wel signeren, knikker.

Tevreden leun ik achterover nu ik niet meer herkend word. Dan zie ik plots in de raamreflectie dat mijn snor niet meer op mijn snor plakt. Verschrikt kijk ik in mijn glas, maar niets in het schuim. De Opperpater zwaait gedag met zijn boek en zegt dat hij me morgen wel weer ziet. Terwijl hij er zigzaggend vandoorbanjert, zie ik nog net blauwe plukken haar uit de bladzijden steken.

René van Densen
René van Densen
René van Densen (1978) is een cynische dromer, een lachende pessimist, een realistische romanticus, een honklosse kluizenaar, een intelligente mafkees, een bedachtzame schreeuwer, een podiumschuwe polderpoëet, ex-nachtburgemeester van Tilburg, ex-striptekenaar, ex-schrijver, ex-webdeveloper, ex-vuilnisman, ex-kind en ex-volwassene, ex-burger, en kattenpapa van een Gentse terror kitten. Eerste Nederbelg die toetrad tot de Wolven van La Mancha. Maar is uiteindelijk niet zo van de collectieven. U treft hem uitsluitend in vrouwonvriendelijke omgevingen aan, en die nieuwe roman van hem komt ook nooit af. Werd al eens omschreven als "onbegonnen werk" door een prachtige blondine.

www.renevandensen.nl
Meer René op Facebook !