Sinds een paar weken is er een acute noodtoestand ontstaan in Prozacstad. De inwoners durven hun huizen niet meer uit. De straten worden geterroriseerd. Door hondenbaasjes. Overal lopen ze, in grote groepen. Dreigende houding, grote woorden, aggressief gedrag. Iedereen die zich op straat waagt, kan er van langs krijgen van zo’n splintergroepering. De baasjesterreur loopt dusdanig uit de hand dat de politiek overweegt het leger in te schakelen, maar daartoe moeten ze wel het stadhuis in kunnen, dat momenteel belegerd wordt door de baasjeshorden.
De burgemeester van Prozacstad steekt de hand in eigen boezem. “Het is mijn fout,” geeft hij ridderlijk toe. “Ik wou de burger meer betrekken bij het toezicht in deze stad, uiteraard vooral ook om het politiebudget weer wat strakker aan te kunnen trekken. Daartoe riep ik hondenbaasjes op om extra oplettend te zijn. Die lopen immers meerdere malen per dag met hun dier op de straten rond en zien veel. Ik had echter nooit kunnen verwachten wat een tuig daartussen zou blijken te zitten. Noch dat ze zich zouden organiseren in groepen.”
De terreur loopt steeds verder uit de hand. Brutaal staan de hondenbaasjes in de tuinen, door de ramen binnen te gluren. Bij katteneigenaren worden stelselmatig de ruiten ingegooid. De politie durft inmiddels ook niet meer uit te rukken. “Sinds de baasjes hun macht zijn gaan beseffen, zijn we keihard aangepakt op elke boete voor hondenpoepoverlast. Verschillende van onze collega’s liggen in het ziekenhuis, anderen durven niet eens meer een parkeerboete uit te schrijven. Wij zijn het zat, die agressie tegen de hulpverleners. Daarom blijven we nu binnen aan ons bureau. We zijn niet gek. Dat de politiek maar iets aan de baasjesterreur doet.”
Reactietjes