Ko de Laat presenteert deze zondag zijn achttiende dichtbundel. Allemaal aanwezig zijn dus, 15:00, Paradox Tilburg!
DE MOP
Ik kende de oude man wel, maar net als iedereen vooral alleen van de verhalen die in de stad circuleerden. Treurig zat hij daar, op een motregen-rijke zondagmiddag, op een Social Sofa die op mijn gebruikelijke wandelroute ligt. Zielig in zijn eentje. Geheel tegen mijn gewoonte in – ik observeer liever van een afstandje – ging ik naast hem zitten en glimlachte hem toe.
Hij keek mij aan met een mengeling van deemoedigheid en wantrouwen, maar plots openden zich die korstige oude lippen om zich voorlopig niet te hersluiten. Hij sprak honderduit:
“Het ging mis met bijdehand doen op school. Je zit je daar heel de dag te vervelen, want ik kon heel goed meekomen, en dan flik je zo eens wat. Als de leraar dan bijvoorbeeld zegt ‘Wie mij het goede antwoord op de 1e vraag geeft hoeft de tweede vraag niet te beantwoorden’, dan wierp ik een steen door de ruit. Vraagt die man wie dat heeft gedaan wat ik dan meteen hardop toegaf, waarna hij dan vraagt of ik een nieuwe ruit ga betalen, en dan roep ik dat ik die vraag niet hoef te beantwoorden. Dat soort geintjes.
“Maar ja, dan zet het verval in hè. Het heeft jaren geduurd voord ik doorhad dat mijn ouders helemaal niet ’s avonds koffie dronken, al hoorde ik moeder roepen ‘Douwe Egbert, Douwe Egbert’. En voor je het weet is alles wat je zegt of doet aanleiding voor anderen om erom te lachen. Iedere opmerking of vraag aan de lerares of dat je eens in de klas geplast hebt, omdat je niet naar de WC mocht. Hebben ze het nou nog over. Uiteindelijk kon ik daardoor niet op school blijven en ging ik er weg. Maar dat zorgde natuurlijk niet dat ik er sindsdien slimmer op geworden ben. Ze lachen nog steeds om mij, en ik vind het verschrikkelijk meneer, dat mag u best weten. Verschrikkelijk!”
Zo jammerde hij nog een tijd voort. Toen droogde hij zijn ogen en dankte mij voor het gesprek. Ik wandelde weer verder. Amper om de hoek schoot mij plots te binnen dat hij nog ooit gewensd had dat het klaslokaal rond was, zodat hij nooit meer in de hoek hoefde te staan. En zachtjes lachte ik tóch even om Jantje.
Geef een reactie