KutBinnenlanders.nl

Categorie: Thomas Maarten van der Zwan (Page 3 of 3)

T.M. van der Zwan (10 augustus 1986) is schrijver van songs, korte verhalen en novelles/romans. In 2008 verscheen zijn debuut, de novelle ‘Een avond in Amsterdam’, in 2009 werd hij Tilburgs Dichttalent. Sindsdien worden zijn korte verhalen en gedichten regelmatig op sites (Gebroken pennen, Kutbinnenlanders) en in tijdschriften en bloemlezingen (Een blijvend souvenir van uitgeverij Aquazz, Aardige jongens) gepubliceerd. In 2011 is hij vooral druk met zijn band The Yonderlings, en werkt hij aan een nieuwe roman.

Uit: Brieven aan Jasmijn, van Polo de Bakker
0 (0)

Beste Jasmijn, nu moet je even heel goed luisteren. Ik vind het goed dat je een filmpje op Hyves hebt staan over het gevaar van seksualiteit in reclame. Daar applaudisseer ik voor. Maar dat je vervolgens een foto van jezelf ernaast zet, is dan weer schandalig. Jij laat veel te graag zien dat je mooi bent. Jij hoort dus bij al die mooie mensen die doen alsof ze om lelijke mensen geven. Iedereen weet dat jullie niet te vertrouwen zijn. Mooie praatjes, maar stiekem zijn jullie het ermee eens dat wie lelijk is moet opsodemieteren.      Je bent hypocriet, en je campagnefilm ook. Neem bijvoorbeeld al die kindergezichtjes die erin voorbijkwamen. Misschien had je het zelf niet door, maar dat waren stuk voor stuk mooie kindergezichtjes.      Ik woon in Tilburg Zuid. Kom eens langs. Ik neem je mee naar een willekeurige basisschool, en laat je al die kinderen zien. Ze zijn allemaal lelijk, allemaal arm, hebben allemaal een alcoholist als vader en een moeder met lichtblauwe mascara, en ga zo maar door. Al die kinderen worden vuilnisman. Of hoer. Of erger nog, ze beginnen zo?n zelfmoordsnackbar. Nu vraag ik je: waarom zie ik zulke kindertjes nooit in die campagnefilms van je? Lelijk zijn is het beste dat een mens kan overkomen. Zodra je mooier bent dan de rest, ben je anders, en zul je kapotgemaakt worden. Jij ook. Let maar op. Natuurlijk, in de discotheek krijg jij meer aandacht dan mijn dikke buurmeisje. Ook ik kijk liever naar jouw zalige benen dan naar die halve zeekoeien onder dat krappe rokje van haar. Waar het om gaat is dat je uiteindelijk zult boeten voor je schoonheid. Je zult zeggen dat het zo zwart wit niet is. Welnu, zo zwart wit is het wel. In deze wereld bestaat geen grijs, Jasmijn. Begraafplaatsen zijn grijs, maar hoeveel hebben begraafplaatsen nog met de wereld te maken?      Nu ik het toch over de dood heb, had je niet beter beelden van verminkte soldaten op Hyves kunnen zetten? Of van mensen die uit flats springen, voor treinen rennen, onder vrachtwagens komen enzovoorts. Dan had je precies dezelfde statement gemaakt, namelijk dat schoonheid er niet toe doet. Omdat elk mens gelijk is, zeg jij. Omdat iedereen toch wel rotten moet, zeg ik dan. Zeggen we eigenlijk weer hetzelfde. Wij lijken op elkaar, Jasmijn.      Ik hou je in de gaten, Polo. p.s. Ik ben een vriend en probeer je alleen maar te helpen.

Asbak
0 (0)

Met het topje van de bepleisterde wijsvinger van zijn rechterhand drukte Edwald krachtig tegen de borstkas van Ezechiël. Hij had aan zijn Storm-collectie gezeten, en dat maakte Edwald woedend. Niemand mocht weten dat hij Storms verzamelde. De wereld heeft al genoeg mensen die zich blootgeven terwijl niemand daar behoefte aan heeft, zo vond hij.

-‘Als jij nog ze nog een keer aanraakt, zet ik je eruit, godverdomme!’ schreeuwde hij recht in het gezicht van zijn door ernstige depressies geteisterde neef. ‘Sorry,’ zei Ezechiël op nederige toon, ‘maar als het internet weer eens niet werkt, moet ik mij wel afrukken op Roodhaar’s tieten. Kom op, jij snapt dat beter dan wie dan ook. Jij kent mij, Edwald, of je het nu leuk vind of niet.’ Er weerklonk iets van wanhoop in zijn stem. -‘Jij ? kent – mij.’ zei hij nog eens, en om zijn woorden nu wat meer kracht bij te zetten, sloeg hij met de asbak op de tafel. Die asbak hadden zij gratis bij de videotheek op de Thorbeckelaan gekregen. Ze kwamen daar al vijf jaar elke week op woensdag. Ezechiël stond dan vaak verveeld uit het raam te kijken, en stelde voor om weer een film te huren. Edwald zei nooit meer wat hij echt dacht, namelijk dat hij een teringhekel had aan films. Toen hij dat een keer zei, begon Ezechiël te schreeuwen en te tieren. Hij heeft toen Van Oorschot doodgegooid tegen de muur. Van Oorschot was de hamster van Edwald. Ezechiël woonde nu alweer drie jaar bij zijn achterneef. Aanvankelijk zou hij weer verhuizen zodra hij een woning voor zichzelf gevonden had, maar door zijn depressies kwam er niks van. Er kwam eigenlijk niks van heel Ezechiëls leven. Hij zat al drie jaar op de bank en keek huurfilms. Telkens weer zijn drie favorieten. Blues Brothers, Dirty Dancing en Nosferatu.

Elke avond zat hij, lelijk als een debiel paard, te bulderen van het lachen voor de televisie. Dan weer om James Belusci, dan weer om Patrick Swayze, maar nog het meest en het hardst om die vampier. Buiten liep het volk zingend en scanderend in de straten. Iedereen protesteerde tegen de Derde Wereldoorlog. Waar deze was wist niemand, maar het stond nu al 3 maanden elke ochtend in de krant, en men was het spuugzat. De twee neven maakte het allemaal niets uit. Vandaag was voor hen een speciale dag. Drie jaren vol opgekropte ergernis kwamen tot een climax, en nog geen Vierde of zelfs maar Vijfde Wereldoorlog kon dat verhinderen. Het was nu of nooit. Met een diepe zucht frommelde Edwald gefrustreerd aan zijn overhemd. ‘Niet te geloven, jongen, niet te geloven.’ prevelde hij, en stak met bibberende handen een sigaret aan.

Ezechiël bleef angstvallig stil, met de asbak nog steeds in zijn hand. Woorden kun je kracht bijzetten door op de tafel te hengsten met een asbak, maar bij stilte kan dat niet.

Europa
0 (0)

Europa, oude meester! U maakt mij niets wijs. Ik heb uw morgenhemelen van opaal gezien in de spiegels van wagens vol rook en muziek. Ik heb van uw stormen geproefd door open raampjes, wetend dat u mij lokte. Dwaas oud continent! In al uw steden waar de zon ondergaat schuilt U. Men zou u moeten behandelen als een schiereiland van Azië. Als een bejaarde man die op zijn eigen benen kotst. Uw theaters zijn overgenomen door de spinnen. Europa, een kaars bent u, die doven moet om het duister te verslaan. De barbaren van uw bossen, de culturen die uit uw zeeën opstonden, de volkeren van uw ijs; allen zijn Amerikaan geworden. U bent de oude, de stervende, de halfdode. Uw grond is sterk, maar de mensen zullen verwaaien. En mocht u het willen weten: Nietzsche was de laatste die nog om u gaf.

Newer posts »

© 2025 KutBinnenlanders.nl

Theme by Anders NorenUp ↑