Regen, zon of sneeuw: elke werkdag staat Gert Brunink voor het stadhuis van Tilburg. Met een protestbord in de hand en een dampend bakje koffie naast zich, groet hij voorbijgangers alsof hij de portier van het stadhuis is. “Goedemorgen! Fijne dag!” klinkt het steevast. Maar achter die glimlach schuilt een vastberaden boodschap: Wijkevoort moet van tafel.
Het is dag 968 van zijn protest tegen het geplande bedrijventerrein Wijkevoort. Vijf jaar lang heeft de stadsecoloog zich laten zien, dag in dag uit, om te laten zien dat Tilburg volgens hem geen nieuw bedrijventerrein nodig heeft. “We hebben al voldoende bedrijventerreinen en kunnen daar uitbreiden. Wijkevoort is overbodig”, zegt hij resoluut.
Waarom hier al die jaren?
Het protest begon in 2020, deels uit frustratie over het niet doorgaan van een referendum. De stad wilde zich uitspreken over Wijkevoort, maar de gemeente verklaarde het referendum op juridische gronden ongeldig. “Dat viel veel mensen tegen”, vertelt Gert. Tegelijkertijd was er ook bezwaar tegen het feit dat de gemeente het bedrijventerrein überhaupt in procedure had gezet. Aanvankelijk stond hij samen met Marcel Horck op het plein, later solo.
Zijn actie kon niet voorkomen dat de gemeenteraad uiteindelijk toch instemde met de komst van het bedrijventerrein. Maar dat betekent nog niet dat de eerste graafmachine kan uitrukken. Het is namelijk de Raad van State die bepaalt of het distributiecentrum er ook écht mag komen, en die laat zich niet opjagen. “De Raad van State bepaalt zelf wanneer er een zitting komt. Vijf jaar wachten kan ook in ons voordeel werken”, grapt Gert. Tijd ziet hij als zijn bondgenoot: misschien besluit de gemeente uiteindelijk zelf dat het plan zijn houdbaarheidsdatum heeft bereikt?
Natuur versus dozen
Een groot deel van Gerts protest gaat over natuurbehoud. Wijkevoort ligt op een ecologische verbindingszone (EVZ), een gebied dat belangrijk is voor dieren en planten. Volgens de provincie vormt het een bottleneck in het natuurgebied. “Een bedrijventerrein daar neerzetten, is slecht voor de natuur. Er zijn al genoeg bedrijventerreinen en er zijn mogelijkheden om op bestaande terreinen in te breiden”, legt Gert uit.
Worstenbroodje van de burgemeester
Het protest is niet altijd comfortabel geweest. In de beginjaren stonden Gert en Horck in de sneeuw, zonder afdak, voor het tijdelijke stadskantoor. Inmiddels staat Gert op een betere plek en merkt hij dat zijn aanwezigheid gewaardeerd wordt door voorbijgangers en ambtenaren. “Als ik op vakantie ga, hoor ik vaak: ‘We hebben je gemist.” Ook waarnemend burgemeester Onno Hoes bracht hem onlangs een worstenbroodje en een gesprek van 25 minuten.
Het stadhuis hoeft hem nog lang niet te missen. Gert blijft aanwezig tot de Raad van State een beslissing neemt. Hij mikt op duizend protestdagen begin januari. “Het kan nog alle kanten op: de gemeente kan in het gelijk worden gesteld, opnieuw huiswerk krijgen, of wij worden in het gelijk gesteld. Tot die tijd blijf ik hier.”



Geef een reactie