“Op het eerste zicht een normale man, informeel maar netjes gekleed. Nee, ik heb niet gekeken naar de nummerplaat op zijn auto. Wij van de kleine middenstand heten iedereen welkom. Hier geen Vals Behang of Wilde Geert.”
Ze haalde diep adem en hield een pauze.
“Het was druk in de zaak, zo rond de middag. Hij wachtte netjes zijn beurt af. Ik ken mijn klanten doorgaans vrij goed en hij had geen argwaan gewekt. Zijn gezicht had niets eigenaardigs. Waarom hield ik hem in de gaten? Ik weet het niet”.
Weer een pauze. “Toen was het zijn beurt. Hij vroeg een belegen broodje met belegen boter en belegen kaas. Ik kon mijn oren niet geloven en herhaalde zijn verzoek. Dat bekrachtigde hij. Ik heb het voor hem klaargemaakt, nou ja minder belegen dan hij wou. Hij heeft netjes betaald en verliet de zaak. ’s Avonds zei mijn man dat hij belegde broodjes gelezen had als belegen broodjes.” Dat heet dyslexie of zo.
Reactietjes