Het is volle maan. Er hangt een dichte mist op het Pieter Vreedeplein. ‘Goed weer voor de complotten. Die komen nu naar buiten,’ verzekerde Henk Kuiper me vooraf. Ik heb om 0000 uur met hem afgesproken. Daar komt hij aan. Hij sluipt langs de etalages. Hij tijgert het plein op. Hij draagt een lange regenjas. Zonder merk of wasvoorschrift.
Henk Kuiper. Een schuilnaam. Natuurlijk. Wie iedere dag tientallen complotten vangt, maakt zich niet populair. ‘Henk’ wil er niets over kwijt. ‘Mijn verhaal doet er niet toe. Ik ben maar één man. Strijdend tegen de complotten.’
Hij heeft haast. De laatste tijd ziet Henk steeds meer intriges, samenzweringen en gekonkel. Zaakjes die het daglicht niet kunnen verdragen. Het duistere gedoe is de laatste tijd niet van de lucht. ‘Ik weet wel waar ze vandaan komen, maar zeg er niets over. Het is beter dat je het niet weet.’ Hij instrueert me. ‘Als ze ons pakken. Ik ben een buschauffeur uit Made. Als ze er naar vragen: ik weet níets van spiegelkarpers. Hoor je me? NIETS.’ Hij grijpt me vast en kijkt me indringend aan. ‘Hóór je me?!’ Ik knik.
Wie zijn ‘ze’? Wat heeft Henk van doen met spiegelkarpers? Hij bromt in zijn baard. ‘Je weet al te veel. Veel te veel. Als dit voorbij is, moet je naar Elspeet. Elspeet. Onthoud die naam.’ Plotseling grijpt de complottenjager me bij mijn schouder. Hij trekt me naar de grond. ‘Kijk dáár! Achter die Quercus rober.’ Ik zeg dat ik niets zie. ‘Echt niet? Die grote dikke daar. Blijf hier liggen.’
Henk tijgert naar de boom toe. Als een pijl uit een boog duikt hij op iets achter de dikke stam. Helaas. Het complot is al de hoek om. Henk kent het wel. Hij jaagt al maanden op de geniepige intrige. ‘Iets met perkplanten. Meer kan ik er niet over zeggen. Neem maar van mij aan dat het een knoeperd van een complot is.’ Ik geloof Henk op zijn woord. Hij heeft een neusje voor complotten.
We sluipen verder. Op onze hurken. Henk ziet achter alle bomen sinistere schimmen. Handjeklapwethouders, grootkapitalisten, rechtse hobbyisten, carnivoren, mallmagnaten, vinkenlijmers, ambtenarenvleiers, ecologische verbindingszonesaboteurs, paddentrek-ontkenners, betonstorters, biodiversiteitsboeven, Hans Rube, automobilisten, de T.
Henk heeft ze allemaal in de smiezen. Ik mis de complotten iedere keer. Volgens Henk is dat niet vreemd. Zo zijn de complotten. Je moet een kenner zijn om ze te pakken te krijgen. Dat buitenstaanders ze niet opmerken is het ultieme bewijs van hun succes.
Af toe haalt hij een notitieboekje uit zijn baard. Nadat hij de punt van het potlood met zijn tong vochtig heeft gemaakt, begint hij verwoed iets door te krassen. Hij mompelt er driftig bij. ‘Wéét jij de dichtstbijzijnde ANWB paddenstoel?’. Ik weet het niet. Hij begint te schreeuwen. ‘Verdikkeme, het is belangrijk. Zéér belangrijk. Méér kan ik er niet over zeggen, hoor je me wel? Het is voor je eigen veiligheid. Tot hoog in de boom hebben ze hier wéét van! Spiegelkarpers! Elspeet. Elspeet. Lijn 32. Knoop dat in je oren. Die rotzakken. Iedereen doet er aan mee. Alleen ík kan ze zien. Begrijp je het nu? ‘
Dan springt hij op uit zijn gehurkte houding. Henk Kuiper moet dringend weg. Piepers jassen.
© 2023 KutBinnenlanders.nl
Theme by Anders Noren — Up ↑
Reactietjes